Woord vandaag

27 oktober 2017
‘We zijn uiterst gezegend.’

Dat is zeker zo, we hebben die zegen,
geestelijk, in Christus. De locatie is:
te midden van de hemelingen. Dat is
de plaats nu en in de toekomende e-
onen. Zo leert Efeziërs dat. We doen
goed als we dat volgen en ons leven
daarop en daarnaar richten.

‘Dan ontstaat druk?’

De oudsten die voorstaan in een loka-
le gemeente, ekklesia, zouden dubbe-
le eer ontvangen volgens Paulus in
1 Timotheüs 5:17. Dan in het bijzon-
der degenen, die arbeid verrichten in
het woord en het onderricht. Die staan
onder druk van de geestelijke machten.

‘Kwaad lijden.’

De tegenwerker heeft een heel arse-
naal om de oudsten te treffen. Kwaad
gerucht verspreiden bijvoorbeeld. De
gelovigen zouden extra alert zijn wan-
neer over een oudste iets rondgaat.
Daar wijst 1 Timotheüs 5 op, ja. De te-
genstander mobiliseert zijn machten
nu om het lichaam van Christus zo
mogelijk hard te treffen.

Woord vandaag

26 oktober 2017
‘Wat God wil is het belangrijkste.’

God bedoelt, dat ook orde in de ek-
klesia in elke plaats zou zijn. Daartoe
zijn ouderen (‘oudsten’) nodig, die in
een geestelijke houding de gang van
zaken kunnen begeleiden. Dat lijkt
een algemeen principe te zijn.

‘Israël kende ze ook.’

Al in een vroeg stadium nodig, om
de last van Mozes te verlichten. En
om mee te bouwen en het volk te
begeleiden. Dat bleek onder meer
bij de opstand tegen Mozes (en dus
tegen God) door Korach, Dathan en
Abiram (lees Numeri 16). We lezen
in Numeri de uitkomst.

‘Dat was nogal wat.’

Dat is het zeker. Zoals de rivier uit
de bek van het beest/de slang/ de
vrouw vervolgde, zo vervolgt nog
steeds de slavin de vrije. Dat heeft
nogal eens gevolgen voor de orde
in een plaatselijke ekklesia. Oudsten
die voorstaan in genade, kunnen last

krijgen van wettisch ingestelde ge-
lovi
gen.

Woord vandaag

25 oktober 2017
‘God heeft ordening?’

De organisatie van het lichaam van de
Christus ligt volledig in handen van de
Heer zelf, die het Hoofd is.

Hij geeft gaven die vandaag de dag
nog functioneren in het lichaam: e-
vangelisten, herders, leraars, Efeziërs
4:12 staat: tot aanpassing van de hei-
ligen tot dienstwerk, tot opbouw van
het lichaam van Christus.

‘En de plaatselijke gemeente?’

Plaatselijke gemeentes hebben daar
profijt van. Ze hebben te maken met
het woord van God. De evangelist ver-
telt het evangelie van rechtvaardiging,
genade en verzoening. De leraar geeft
verdieping en onderricht tot opbouw
en volwassen worden van de leden.

‘En de herder?’

Zorgt dat de leden bij het juiste voed-
sel kunnen komen, met veel persoon-
lijke aandacht voor de gelovige. Voor
‘dagelijkse dingen’, en vooral de gees-
telijke gang van zaken komen lokaal
oudsten naar voren, volgens Paulus in
1 Timotheüs 3 en Titus 1. Dat is geen
wereldlijke bestuursstructuur, onder
gelovigen is ook dat anders.

Woord vandaag

24 oktober 2017
‘Paulus wijst wel de weg.’

In de brieven wordt een en ander dui-
delijk gemaakt. Het evangelie van
 de
voorhuid (onbesnedenen) onder
scheidt
zich sterk van dat van de Be
snijdenis.
Tijdens de Galatenstudies
 zijn we daar
intens, diepgaand mee
 bezig geweest.

‘Het roept tegenstand op.’

De weg van God bewandelen onder-
vindt altijd tegenwerking. Niet
 is de
strijd met bloed en vlees, maar
 de
geestelijke boosheden in de lucht

vuren pijlen af. We zijn gezegend in
Christus met louter geestelijke zegen
te midden van de hemelsen.

‘Daar is onze plaats.’

Dat is nu al het geval. Wanneer we
op ons lotdeel boven gaan staan, is
er direct tegenstand. De geestelijke
weerstand is groot. Door an
deren
komt die op de weg van
de gelovige.
Ook als het gaat om bij
voorbeeld or-
de in de lokale ekklesia.

Woord vandaag

23 oktober 2017
‘Best diepgaand, deze dingen.’

We leren van de apostel, die het zo
scherp kon zeggen. Ook over lastige
onderwerpen schreef hij uitvoerig.
Dat deed hij om de Korintiërs mee te
nemen en zelf te laten nadenken. Ze
zouden groeien, maar dat kan God al-
leen geven (1 Corinthiërs 3:6-8).

‘Ze roemden in mensen.’

En dus op vlees. Paulus schrijft:

want als iemand zegt: ik ben van
Paulus en een ander: ik van Apollos
zijn jullie dan niet vleselijk?
                              1 Corinthiërs 3:4

Dat waren heel wat Korintiërs. Men-
sen achterna lopen was aan de orde.
Ook daarin waren ze kind-achtig. De
gelovigen zouden die fase achter zich
laten.

‘Kennelijk was dat lastig voor ze.’

Paulus zegt daarom soms:

‘beoordelen jullie zelf wat ik zeg’

of: ‘weten jullie dan niet?’.

Op allerlei gebied hadden ze vragen; 
wat wel of niet mag bij: eten, drinken,
huwelijk, en ook: geestelijke gaven,
opstandingslichaam en dergelijke.
Paulus gaat daar zeer uitgebreid op
in om ze te doen groeien in geeste-
lijk besef, om daarin te leven.