‘Sterk, dat recht snijden.’
Het heeft grote gevolgen. Net zoals het
niet in acht nemen van die zo belangrijke
aanwijzing grote gevolgen heeft. Omdat
in Handelingen specifieke uitingen van
de geest genoemd worden, denkt men
dat het nu nog steeds zo moet.
‘De doop in heilige geest?’
In die tijd gebeurde soms iets speciaals.
Zoals de handen opleggen om de geest
door te geven. Dat was toen, maar geldt
nu niet meer. We zouden de aanwijzing
uit 1 Corinthiërs 12:13 volgen. Daar staat,
dat elk lid van het lichaam van Christus
in de geest gedrenkt is.
‘Geen aparte ervaring?’
Nee. Wanneer iemand gelooft, is dat een
uiting van de geest, de heilige. Daarmee
is ieder lid gedoopt en verzegeld. En hét
bewijs is nooit het kunnen spreken in
tongen. Als je bewijzen zoekt, dan kun je
die veel beter zoeken in de vrucht van de
geest. Ook: liefde voor het Woord en dus
de Heer zelf. De laatste 2 horen bij elkaar!