4 februari 2019
‘Hebreeën 10:25 voor Israël?’
Wanneer je het tekstverband ziet,
wordt iets duidelijk. Het gaat over
de gelovigen uit Israël die het aard-
se koninkrijk verwachtten. Zij zou-
den uitzien naar hun verzameling
bij de komst van de Messias Jezus.
Het woord verzamelen (episunago)
komt voor in onder meer Mattheüs
24:31 :
en Hij zal Zijn boodschappers uit-
zenden met luid bazuingeschal en
zij zullen Zijn uitgekozenen bijeen
verzamelen uit de vier windstreken
‘Na de grote verdrukking.’
Ja, dat is de tijd waar deze woorden
van spreken. Daar zouden gelovigen
uit de Besnijdenis naartoe leven. In
de tekst die we overwegen, zien we:
…niet verlatend de verzameling van
onszelf…
Dit heeft dus hogere betekenis voor
de gelovigen die deze brief ontving-
en dan alleen een mogelijke weke-
lijkse bijeenkomst. Het gaat om het
toeleven naar Zijn wederkomst.
‘Zij zouden volharden.’
Ja, tot het einde van deze boze eon,
het einde van de grote verdrukking,
om het aardse koninkrijk in te gaan.
Daarvoor was Hebreeën (mede) ge-
schreven. Voor een zekere regelma-
tige samenkomst wordt door Paulus
in 1 Corinthiërs 11:17,18,20,33,34
het woord samenkomen (sunercho-
mai) gebruikt. Een heel ander woord,
veel algemener dan het bijzondere in
Hebreeën 10. In de brieven van Pau-
lus wordt nooit een verplichtende ver-
maning uitgesproken om samen te
komen als (plaatselijke) gemeente.