Woord vandaag

‘Zo is het wel leerzaam -praktisch gezien- om in dat Spreuken te gras-
duinen.’

Ook vers 3 zegt weer iets bijzonders. …’de ogen van Jahweh zijn op elke
plaats, ziende de kwaden en de goeden’….. Dat is zeer zeker het geval.
Adam en Eva verborgen zich voor Hem nadat zij gezondigd hadden.
Van de dingen die wij doen zullen wij ooit rekenschap afleggen aan Hem.
Dat geldt voor elk mens. Hier kunnen we in dit verband denken aan de
dingen die wij zeggen. Ook daarvan geldt dat rekenschap afleggen.

‘Waar staat dat precies in de bijbel dan?’

In Mattheüs 12:36,37 staat wat de Heer Jezus gezegd heeft, en Hij kon het
weten:

Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen
spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het gericht.

Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden,
en op
grond van uw woorden zult u overtuigd worden.’

Dat laatste: ‘overtuigd worden’; daar zit in: door dat wat je gezegd hebt
is de ander (en/of God) beschadigd. Dat zal blijken in het gericht. En je
wordt dan overtuigd dat je je daaraan schuldig hebt gemaakt. Dat zou-
den wij ons -als gelovigen- bewust zijn. In elk geval wijst de Schrift
steeds op ons spreken.

‘Wijst Paulus ook daarop in zijn brieven?’

Zeker. In elk geval vinden we in Efeziërs 4  een fijne aanwijzing:

Laat geen enkel bedorven woord uit jullie mond uitgaan, maar spreekt,
indien er een goed woord is voor de benodigde opbouw, opdat het genade
zou geven aan wie horen.

Woord vandaag

‘He, wat fijn gisteren, daar heb je wat aan, als je met mensen spreekt.’

Ook vers 2 van Spreuken 15 is aansprekend: …’de tong van de wijzen maakt
kennis goed’…. Je kunt ook zeggen, dat de wijze de kennis goed gebruikt.
Een wijze kenmerkt zich, doordat de aanwezige kennis op het juiste moment
wordt gebruikt, precies dat zeggen wat in een gegeven situatie goed is. Je kunt
je kennis (van Gods woord bijvoorbeeld) ook als parels voor de zwijnen wer-
pen. Dat heeft geen zin en wekt wellicht woede op.

‘Tsja die wijsheid heb je dan niet van jezelf; moet van God komen.’

Het contrast met het vervolg laat ook zien waar het om gaat: ….’maar de mond
van dwazen vloeit over van dwaasheid’…. Het woord voor ‘dwaas’ is eigenlijk:
‘vet, traag, dom’. En ‘dwaasheid’ is ‘onbenullig, zot, onzinnig’.  Het kenmerk van
zulke dwazen is dat zij vaak wel beschikken over een stortvloed van woorden
en meestal overvloedig aan het woord zijn, maar er komt niet veel zinnigs uit.
Wij kennen dat in een gezegde: ‘holle vaten klinken het hardst’. Men praat en
spreekt veel, maar het is inhoudsloos, leeg.

‘Dat is wel erg duidelijk ja. Vooral op televisie zie je dat verschijnsel.’

Door deze schrille tegenstelling begrijp je het eerste deel van vers 2 ook beter.
Men kan beschikken over kennis, maar die op een volledig verkeerde manier
gebruiken en allerlei praatjes rondstrooien die in feite nergens op slaan.
Merkwaardig genoeg zei men spottend over Paulus, dat hij een lege praatjes-
maker was. Men noemde hem een ‘roek’; zoals een roek zaadjes overal van
de grond pikt, zó beschouwde men Paulus als iemand die overal maar praat-
jes rondstrooit (Handelingen 17:18). De apostel was echter iemand die juist
past in de eerste regel van vers 2, hij maakte van zijn kennis goed gebruik!

Woord vandaag

‘He, waar steeds mijn gedachten naar teruggaan, is naar de dagen dat wij
nadachten over de liefde van God – 1 Corinthiërs 13.’

Mooi hoofdstuk, dat heel praktisch gericht is. Als je het leest en je denkt
er over na, ontdek je dat we in de praktijk er veel aan hebben. We gaan zo
snel verder in onze eigen patronen van leven en denken. Toch wil die geest
van God ons gebruiken om die liefde van God uit te leven. Het kan een hulp
zijn om eens naar bijvoorbeeld het boek Spreuken te kijken. Daar staat veel
praktische levenswijsheid in.

‘Dat is zeker zo. Je leest en herkent er erg veel van in het dagelijks leven.’

…’een zacht antwoord keert de grimmigheid/woede af, maar een krenkend
woord wekt toorn op’ …  (Spreuken 15:1). Het woord voor ‘zacht’ heeft in de
grondtekst  te maken met ‘verzachten’ (niet: slap of week), met andere woor-
den, het gaat om een antwoord waarin geen angel zit, geen ondertoon of gif.
Want het gaat om een situatie waarin de ander woedend is; het heeft te ma-
ken met ‘hitte’ (furieus zijn). Dan is tactvol en verzachtend spreken erg
nodig om de ander te doen bedaren.

‘Zo, maar dan heb je wel de leiding van de geest van God nodig, om juist in
zo’n situatie kalm te zijn en zo te antwoorden.’

Het is de weg van de liefde van God, die ook vrede in zich draagt. Het tweede
deel van dit vers vult aan: ….’maar een krenkend woord wekt toorn op’…..
Het woord ‘krenkend’ heeft te maken met : een kras aanbrengen, inkerven,
op iemands hart trappen, een kras op de ziel zetten. Zo kunnen je woorden
dus aankomen bij iemand anders. Dan kan iemand gaan snuiven van erger-
nis of boosheid als reactie op wat je zegt.  O, wat zouden we dan toch op onze
woorden letten! En daarin wandelen in de liefde van God…

Woord vandaag

‘Merkwaardig wat voor dingen er gebeurd zijn in de loop van de kerkgeschiedenis.’

Het ging al heel snel een andere kant op. Paulus werd in een zeer vroeg stadium al
verlaten, zo getuigt zijn waarschijnlijk laatste brief, 2 Timotheüs. Vrij snel werd
het levende gemeenteleven in een systeem gebracht en werd er een soort instituut
van gebouwd. Toen Constantijn de Grote er een staatskerk van maakte, hielden de
vervolgingen op en kwam de kerk onder (controle en beheersing) van de burgelijke
overheid. Ouderen werden tot bisschoppen die gingen regeren over de gemeente
niet alleen in organisatorisch, maar ook in geloofsopzicht.

‘Dat kennen wij nog in de leerstellingen van kerken?’

Jawel, men trachtte alles vast te leggen in geloofsbelijdenissen en als vanzelf ont-
stond daarover strijd. Over wie Jezus was: alleen mens of alleen God? Of allebei?
En daaruit werd langzaam maar zeker het kerkelijke dogma van de 3-eenheid ont-
wikkeld en vastgelegd. Een niet-bijbelse leerstelling. En bovendien absoluut onbe-
grijpelijk. De Schrift is gegeven als openbaring van wie God is, en de gelovige kan
door die onthullingen God leren kennen, in en door Zijn Zoon Jezus Christus.

En zo ging de kerk alles vastleggen en werden de gelovigen gedwongen de leerstel-
lingen te onderschrijven. Anders zou men eruit gezet worden, geëxcommuniceerd
worden. Niet omdat men de Schriften niet geloofde, maar omdat men de leringen
niet onderschreef!

‘En in feite is het weer net andersom: het gaat om geloven wat God zegt in de Schrift,
en niet om dogma’s van de kerk!’

Daarom ging het leven ook uit de kerk en het versteende, zich uitend in allerlei
stenen
gebouwen, de een nog mooier en kostbaarder dan de andere. De werkelijke
inhoud van het evangelie van genade is verloren gegaan. Maar de laatste 200 a 250
jaar als gevolg -toch- van de reformatie is die langzaamaan weer ontdekt en is het
licht van het evangelie van de genade van Christus weer gaan schijnen. De kerken
lopen in hoog tempo in Nederland leeg, in Europa zal het wellicht iets langzamer
gaan, maar het proces voltrekt zich. De nacht gaat stap voor stap verder, maar het
wordt bijna licht, want Hij, onze Heer Jezus Christus, gaat komen!

Woord vandaag

‘Wij zijn bijzonder begenadigd als we zoveel van God hebben leren
kennen in het evangelie dat Paulus bracht.’

In de middeleeuwen was er een monnik, Tetzel geheten, die verkocht
aflaten; daarmee konden de kerkgangers vergeving van zonden kopen,
voor verleden en heden. Dat bracht aardig wat geld in het laatje waarmee
onder andere de Sint Pieter in Rome gebouwd kon worden. Het legde de
monnik geen windeieren: de Sint Pieter kon gebouwd worden, de macht
van Rome bleef gehandhaafd en Tetzel zelf werd doctor in de theologie.

‘Ongelooflijk. Dat is heel wat anders dan het paulinische evangelie.’

Scherper kon de tegenstelling niet zijn. Paulus bracht evangelie waardoor
de mens genade om niet door geloof ontvangt, en dat is veel meer dan al-
leen vergeving van zonden. Daarbij ontvangen de mensen het gratis, er
hoeft niets voor betaald te worden, alleen geloof zonder werken. Het lever-
de Paulus smaad, hoon, geestelijke en letterlijke stenen naar het hoofd op.
Dit in schrille tegenstelling tot de comfortabele doctorstitel en salaris van
de Roomse kerk die Tetzel ontving.

‘En het gebouw kwam er in Paulus’ dagen ook niet!’

Paulus maakte tenten. Ook dat was de tegenstelling. Geen vastheid op en aan
en in de aarde: wij trekken hemelwaarts! Rome had en heeft wereldlijke macht;
de gelovige heeft geen enkele invloed in de wereld, doet niet aan actieve politiek.
Stel je voor dat je nu zoveel euro’s moet betalen aan je geloofsgemeenschap of
kerk om vergeving van zonden te krijgen! Een krachtiger ontkenning van het
evangelie van genade bestaat niet. Tetzel zal ongetwijfeld dankbaar gebruik heb-
ben gemaakt van de dreigende, eeuwige hel om zijn doel te bereiken.

‘We zijn gezegend met iedere geestelijke zegen in Christus te midden van de
hemelingen, dat is nog eens wat anders!’

Paulus schreef aan de Corinthiërs, dat als er een andere Jezus gepredikt werd of
een ander evangelie, dan verdroegen zij dat zeer wel. Dat gebeurde ook tijdens
de middeleeuwen. Lange tijd werd een andersoortig evangelie gepredikt; niet
genade alleen, maar een mix van genade en werken en dus geen genade meer.
God gaf het, dat er door Luther een doorbraak kwam -via de Romeinenbrief-
naar losmaking van de tradities van mensen naar het pure genade-evangelie,
dat in Romeinen afgekondigd wordt! Genade! Geloof! Gods liefde!