Woord vandaag

‘Nog een vraag naar aanleiding van wat je 23 mei zei. Het viel
bijna niet op, maar je had het over de gelovigen uit Israël, die Paulus
gevolgd waren. Wat bedoelde je precies daarmee?’

Dat is lastig om zo 1-2-3 uit te leggen. Lees daarvoor de artikelen die
in de laatste twee eh-magazines verschenen zijn met als titel:
‘Wie ontvangen het geheimenis?’ van broeder A.E. Knoch, de
ontdekker van de concordante methode van vertalen.
Deze artikelen zijn ook digitaal beschikbaar op de site van gemeente
Eben Haëzer. Klik
hier voor deel 1 en hier voor deel 2.

‘Oke, dat is wel wat lees- en studiewerk!’

Zeker, maar deze dingen komen je nu eenmaal niet aanwaaien. Het
kan best zijn dat na lezing van deze artikelen vragen zijn. Stel ze!

Voor nu even opgemerkt: het evangelie van de besnijdenis en dat van
de voorhuid (onbesnedenen) zijn twee verschillende evangeliën.
Dat wijst een nauwkeurige lezing van Galaten 2:7-9 uit. Petrus bracht
met de andere apostelen het evangelie van het koninkrijk, van bekering,
berouw, vergeving van zonden. Paulus bracht het evangelie van genade,
rechtvaardiging om niet door geloof, verzoening door de dood van de Zoon.

Dat zijn  twee echt verschillende lijnen, die je niet kunt vermengen.
De gelovigen uit de besnijdenis die op de pinksterdag geloofden en zich
lieten dopen in water, stonden in de lijn van het aardse koninkrijk.
De gelovigen die door de bediening van Paulus werden geroepen, staan
in de lijn van het hemelse koninkrijk dat niet op aarde komt; zij hebben
een blijvende woonplaats te midden van de hemelingen!

De gelovigen, die uit de lijn van Petrus later Paulus gingen volgen, ver-
wisselden een aardse verwachting voor een hemelse! Daarnaast waren
er mensen uit Israël die Paulus hoorden zonder eerst Petrus te hebben
gevolgd. Zij gingen direct over uit het (traditionele) Jodendom naar de
geweldige verwachting van het evangelie naar Paulus.

‘Hm, best ingewikkeld eigenlijk, maar als je deze lijnen uit elkaar leert
houden, wordt er wel weer meer duidelijk!’

Woord vandaag

‘Wat je op 22 mei zei, heb ik over nagedacht. Als je om je heen kijkt,
zie je zeer zeker, dat veel christenen met deze aarde bezig zijn.’

Absoluut. Men is heel druk bezig met van alles en nog wat en meent
daarin heel goed bezig te zijn. Ze hebben dan geen tijd meer voor de
bijbel; op zijn best wordt er een stukje of een losse tekst aan tafel na
het eten gelezen. Meer niet. En je moet niet denken, dat je daardoor
echt opgebouwd wordt in je geloof.

‘Nee, dat heb ik ook ontdekt. Het bouwt je pas op als je er echt tijd voor
reserveert. Dan maar geen kerk/gemeente-vergaderingen, waarvan
er talloze zijn in een eindeloze reeks. Bovendien leiden die vergadering-
en tot onenigheid, want die wil dit en die wil dat en zo voorts.’

Klopt. Dat is wat je in de loop van de jaren constateert. We zwijgen maar
over de kerkscheuringen in de loop van de tijd, nog afgezien van de ver-
splintering in de evangelische, charismatische en pinkstergroepen.

‘De tegenwerker ziet niet stil. Die zaait verwarring en verdeeldheid onder
gelovigen, toch?’

Ja, de strijd is geestelijk, en je ziet mensen vaak worstelen met bloed en
vlees (andere mensen), terwijl ze daarmee de boot dus missen. Als men
eerst zou beseffen
en vasthouden, dat het lichaam van Christus één is,
dan zouden er al heel wat minder mensen uit elkaar gedreven zijn.
Daarom is de boodschap van Efeziërs en de andere brieven steeds, dat
het lichaam van Christus wel uit veel leden bestaat, maar een geestelijke
eenheid
is.

‘Dat is wat Paulus bedoelt in Efeziërs 4:1-7?’

Ja, als je dat leest, valt het woord ‘één’ je op, hij gebruikt het maar liefst
zeven keer, nadat eerst het woord ‘eenheid’ gevallen is. Eigenlijk is dat
heel mooi, want die eenheid waar de apostel het over heeft, is niet te
verbreken. God heeft die eenheid tot stand gebracht!

Woord vandaag

‘He, die nieuwe visie op Paulus die in de theologische wereld de
laatste tijd naar voren komt, wat betekent dat?’

In het artikel uit het Nederlands Dagblad van 22 mei zegt hoog-
leraar Geurt Henk van Kooten er iets over:

“Het probleem dat Paulus heeft met de werken der wet, is niet
dat joden ze willen gebruiken om hun heil te verdienen – ook in
het jodendom draait het om genade.
Het probleem is dat ze een scheiding tussen Israël en de volken ver-
oorzaken.”

Heel merkwaardig, deze uitleg over wat Paulus bedoelde in zijn
brieven. Als de joden de werken van de wet niet wilden gebruiken
om het heil te verdienen, waar dan wel voor? En waarom schrijft
Paulus in Romeinen indringend over rechtvaardiging zonder de
werken van de wet (Romeinen 4:5)? Het blijkt bij Paulus te draaien
om geloof
, want dat is het principe, dat met genade overeenstemt
(Romeinen 4:16). Bovendien zwijgt de hoogleraar over het geloof
van
Jezus Christus (Romeinen 3:22,26), dat essentieel is voor de
redding van Jood en heiden!

De hoogleraar redeneert Galaten 3 (onder andere) weg, door te stellen,
dat ‘de werken van de wet’ alleen een scheiding tussen Joden en heide-
nen zou veroorzaken en niets te maken zou hebben met redding!

Paulus wil als volgeling van Christus geen nieuwe religie, maar een
universeel jodendom dat niet meer aan etnische grenzen is gebonden.”

Hieruit blijkt, dat hij geen inzicht heeft in wat Paulus wérkelijk bedoelde;
niet een voortzetting en uitbreiding van het jodendom (judaïsme), maar
iets nieuws: de roeping van de gemeente, het lichaam van Christus!

Op zijn best lijkt hij te bedoelen, dat Israël aan de spits van de volkeren
zal staan in het Messiaanse rijk (koninkrijk der hemelen), waarbij het
lichaam van Christus niet langer in beeld is. De heidenen kunnen dan als
proseliet aanschuiven bij de tafel van Israël.

Woord vandaag

‘Paulus benadrukt nog steeds de wet’; is de kop van een artikel gisteren
(22 mei 2010) in het
Nederlands Dagblad.

Je eerste gedachte is dan: hoezo? Volgens Romeinen 6:14,15 zijn wij niet
meer onder de wet, maar onder de genade, toch? Het lijkt mij, dat je heel
wat geestelijke capriolen uit moet halen om wat in genoemde kop staat,
hard te maken.

‘Het nieuwe Paulusonderzoek gooit veel traditionele geloofsvoorstellingen
overhoop’ staat in het inleidende stukje te lezen. Hoopvol denk je dan, dat
men hierdoor in kerkelijke kring ook gaat zeggen, dat God de redder van
alle mensen is, maar dat blijkt -helaas- niet het geval.

‘De nieuwe visie op Paulus’; ‘het nieuwe perspectief op Paulus’; ‘het Nieuwe
Testament anders lezen’; het lijkt allemaal heel verrassend. Er is een confe-
rentie van theologiestudenten over gaande.

De inleiding opent met: ‘Paulus verwacht nog steeds dat een christen de wet
vervult; bij het laatste oordeel word je afgerekend op wat je gedaan hebt’.
Later stelt het artikel, dat het om de wet van Christus gaat: ‘geloof, in liefde
werkzaam’ en even daarvoor: ‘Paulus schaft de wet niet af’, beide opgetekend
uit de mond van hoogleraar Geurt Henk van Kooten. Hij stelt verder, dat ‘bij
het laatste oordeel God ons zal oordelen naar onze werken, hoe wij de wet van
Christus hebben nageleefd’.

Daarmee doet de hoogleraar een poging, alsnog (goede) werken in te voeren
als een moeten voor de gelovige. In de nieuwe Paulusvisie zou Paulus veel
positiever tegenover werken van de wet staan dan voorheen gedacht.

Dit levert gegarandeerd allerlei nieuwe kramp situaties op. De mens zal zich
nu (uit dankbaarheid?) proberen te richten op het vervullen van de wet van
Christus. In wezen maakt dit geen verschil met de oude opvatting uit de
(Heidelbergse) catechismus: de wet (van Mozes) proberen te houden uit
dankbaarheid. En als dan elke zondag de 10 woorden voorgelezen worden,
realiseert de (kerk)mens zich, er wéér
niet aan te hebben voldaan.

Let op wat er gezegd wordt: ‘….hoe wij …….hebben nageleefd………‘ en:
‘…….
afgerekend op wat je gedaan hebt< /em>….’

En dát is waar Paulus juist een streep doorheen haalt! Genade sluit eigen
werken uit! Het is niet zo, dat je door/uit/in genade gered wordt en vervolgens
met de werken aan de slag moet! Bij Paulus is het van a tot en met z genade!

Wij leven door Zíjn geloof, niet het onze! En de kracht die wij ontvangen is
door Zíjn geest geschonken! Ook dat is genade.
Paulus schrijft Galaten niet voor niets. Juist daarin is hij glashelder als het
om werken of genade gaat.

Woord vandaag

‘Is het zo, dat nog steeds geldt: ‘eerst de Jood, en ook de Griek’ net als
in de Romeinenbrief?’

In Efeziërs 1:1-13 lees je eerst over ‘ons’ en ‘wij’. Daarbij kun je denken
aan Paulus en de medegelovigen uit Israël. In 1:13 krijgt lees je ineens
over ‘jullie’ en dat gaat om de gelovigen uit de andere volkeren. Dat wordt
gezegd door het twee keer: ‘in Hem ook….jullie‘ (Efeziërs 1:13).

Die blijken deel te hebben aan dezelfde hemelse zegeningen als de gelovigen
uit Israël, die Paulus gevolgd waren!
In Efeziërs 2 gaat hij er dieper op in, als het om die twee groepen gaat.

‘He, dat verheldert wel wat ja. Wat ik wel al gehoord heb, is dat alle gelo-
vigen op gelijk niveau deel hebben aan de zegeningen die God geeft.’

Paulus schreef het al in Galaten 3:28,29, dat wij allen een in Christus Jezus
zijn, geen onderscheid meer tussen Jood en Griek, slaaf of vrije, etcetera.
Ook dat is genade, allen een in Christus Jezus. Wat dat betekent, wordt
dieper door Paulus uitgelegd in de latere brieven. Zeker ook in deze brief
aan de Efeziërs, die zo rijk is.

‘Het is een grote genade, zoveel te leren van wat Gods plannen zijn. Dat de
gemeente daar een heel belangrijke rol in speelt, voor de hemelse machten
en krachten, is echt voor veel gelovigen onbekend.’

Men is toch teveel en te vaak aan de aarde gebonden. Veel mensen in geloofs-
groepen die ooit goed begonnen, zijn gaandeweg in de tijd afgegleden naar het
zich bezig houden met deze aarde. Gericht op aardse dingen.
Daarom schrijft Paulus zo indringend in Kolossenzen 3:1-4, gezind te zijn op
wat boven is, waar Christus is, gezeten aan de rechter(hand) van God!