‘Het evangelie van de verlaten apostel begint eigenlijk met
de dood en opstanding van de Heer Jezus.’
‘Uit 1 Corinthiërs 15:1-4 blijkt dat. Hij spreekt van het evangelie
dat hij aan de Korintiërs verkondigde, dat zij ook aangenomen
hadden en waarin zij ook staan en wat hun redding is. Ook in
praktisch opzicht: elke dag. Verrassend genoeg voegt de apos-
tel eraan toe: ‘….zoals ik het jullie evangeliseerde….’ (vers 2).
Daar bepaalt hij de Korintiërs dus bij het evangelie zoals hij
dat bracht. De zegeningen die voortvloeien uit het grote feit,
dat Hij stierf en opstond. Voor de inhoud van zijn boodschap
zouden wij in Romeinen moeten lezen. De genade zoals die in
het evangelie naar voren komt, is uniek.
‘Je zou er bijna overheen lezen.’
Uit de eerste Korintebrief blijkt ook, dat hij onder hen Jezus
Christus en die gekruisigd verkondigde. Dat hadden zij nodig,
want kennelijk waren zij er niet van doordrongen, dat met de
dood van de Heer Jezus de hele oude mensheid stierf en be-
graven werd. Zij waren vleselijk bezig, zij wandelden naar de
(oude) mens. Ze maakten ruzie onder elkaar, vormden partij-
schappen waarbij de een liever naar Kefas luisterde en de an-
der liever naar Apollos. In plaats van het evangelie te volgen
zoals de apostel het vanuit de verheerlijkte Heer doorgaf.
Zij waren nog vleselijk. Dus ervoeren zij in de praktijk niet de
redding van het evangelie.
‘Zij hadden dus de boodschap van de dood en opstanding van
de Heer Jezus Christus hard nodig.’
Ja, het diepe besef, dat met de kruisiging van de Heer Jezus
er een einde kwam aan de oude mensheid. Voor God. Daarna
zien we nog een heleboel akelige dingen van die mensheid, om-
dat men niet beseft en niet gelooft wat al gebeurd is. En als de
mens volhardt in zijn houding, zien we de verontwaardiging van
God over de houding van de mensheid zichtbaar worden in hun
gedrag. Maar voor God is de mensheid overleden en degenen
die (echt) leven, leven niet langer voor zichzelf maar voor Hem.
De Korintiërs bleven echter steken in hun vlees. Daarom ge-
tuigt de apostel in het 15e hoofdstuk opnieuw van het evange-
lie, en dan zeer uitgebreid over de opstanding van Christus,
en van de kracht van Zijn opstanding.