‘Bij Paulus is evenwicht in zijn brieven: eerst het onderwijs wat wij moeten
weten, daarna onderricht voor onze wandel.’
Mooi in balans, ja. We zijn bevoorrecht zoveel onderwijs recht uit het hart
van God door Christus Jezus te mogen ontvangen. God is de grote Gever,
de Zoon de ontvanger én het kanaal om de grote waarheden door te geven.
Wij ontvangen ze, en zijn er blij mee. Die vreugde klinkt door –als het goed
is- in ons leven en wij veranderen: van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals
2 Corinthiërs 3 dat beschrijft. Dat het uitdraait op onderschikking? Duidelijk.
‘Ja, het onderricht van God heeft te maken met onderschikkking aan Hem.’
Onderschikking klinkt door in de verhoudingen op aarde: de gelovige rich-
ting de boven hem gestelde gevolmachtigden, de gelovige werknemer ten
opzichte van zijn baas, de gelovige baas ten opzichte van de Heer, de gelo-
vige vrouw naar haar man, de man naar Christus. Zo werkt het in de praktijk
uit. We kunnen dan wel zeggen dat de praktijk weerbarstig is, en dat is ie
ook! Maar dat kan geen excuus zijn om het onderschikken te ontlopen!
‘Het onderwijs van God tot sieraad strekken, is: onderschikken.’
Jawel, we hebben een enorme vrijheid in Christus. We gebruiken die vrij-
heid echter niet als aanleiding voor het vlees, maar we dienen elkaar door
de liefde. Liefhebben is: dienen, nooit heersen. Christus Jezus is hoofd
van het lichaam. Dat drukt een zekere autoriteit uit. Dat is het ook, maar
Hij heeft ons onuitsprekelijk lief. We zijn geweldig bevoorrecht, dat wij
Hem als Heer in ons leven erkennen. Hij heeft ons lief als Zijn eigen lichaam.
Laten we diep drinken uit dit woord en dit diepe besef, dat Hij ons zó
liefheeft!