Woord vandaag

‘Heel wat predikanten en voorgangers weten meer dan zij
prediken?’

Reken daar maar op. Zij hebben vaak voldoende materiaal in
huis en weten vanuit hun studie van de boodschap dat God de
Redder van alle mensen is. Meestal laten zij dat voor wat het is
en zijn zij in hun hart zoals wijlen professor H. Berkhof achter
in zijn dogmatiek zei: ‘In Gods naam hopen wij ….. op het uit-
eindelijke herstel…..’ en dergelijke bewoordingen.

‘Ja als je de meesten hoort, zeggen zij dat de mens uiteindelijk
moet kiezen of willen.’

Ja, onlangs zette een vrijgemaakt-gereformeerde predikant in het
ND dat uiteen met zulke bewoordingen. Eerst zette hij de genade
van God neer, die in principe groot genoeg zou kunnen zijn voor
alle mensen. Maar nadat hij in het slotstukje iets uit de Dordtse
leerregels had geciteerd, kreeg het een wending. Uiteindelijk moet
de mens willen en Christus aannemen, of het aanbod van genade
aannemen. Dus het allerlaatst komt het toch op de mens aan.

‘En het niet willen van de mens is volgend die leerregels van eeuwig-
heid door God bepaald?’

Ja, men moet filosoferen, omdat de Schrift duidelijk maakt, dat alles
uit God is, ook het uitkiezen van mensen die bij het lichaam van
Christus (zullen) horen. Dat was tevoren door God bepaald. Om dat
te proberen te verklaren komen er allerlei ingewikkelde redeneringen
in die leerregels naar voren. Als je echter gewoon voluit gelooft wat de
Schrift zegt, kom je eruit. God is de Redder van alle mensen, dat
staat er gewoon. De aeonen (aioon, olam) zijn tijdperken, altijd.
Daarmee is de ‘straf’ niet eindeloos, maar tijdelijk.
God zal zijn: alles in allen!

Woord vandaag

‘De Schriften spreken duidelijk – uit zichzelf. Toch is het voor
veel mensen verwarrend.’

Dat komt omdat er veel meningen van mensen zijn over de Schrift.
Veel wordt gezegd zonder de Schrift zelf echt aan het woord te laten.
Men vormt zich een mening over iets, gebaseerd op een paar teksten
en een aantal vooronderstellingen. Of men zegt: ‘ja dat staat er wel,
maar dat moet je heel anders lezen!’ Of: ‘Dat zegt Paulus wel, maar..’.

‘Meestal krijg je dan een stuk traditie van mensen naar je toe.’

Binnen veel geloofsgroepen moet men zich als het er op aan komt, con-
formeren aan hun belijdenis of voorgeschreven regels. Van baptist tot
hervormd, van PKN tot vol evangelie, van ABC tot pinkster, overal
dient men zich uiteindelijk te houden aan een aantal artikelen die
boven de groep staan. Als je dan anders bent qua overtuiging en je
kunt niet alles onderschrijven, ga je er vroeg of laat tegenaan lopen en
leidt het tot vertrek uit de groep.

‘De Schrift spreekt toch duidelijk, waarom dan al die belijdenissen?’

Men vond de Schrift kennelijk te moeilijk voor ‘het gewone volk’ (wie
dat ook mogen zijn) en heeft verhelderende artikelen willen schrijven
om te formuleren wat een gelovige gelooft. Laatst was het beruchte
artikel 37 NGB in het nieuws omdat een kerklid Daaf Bokhout op basis
van de Schrift dat niet kan geloven, en terecht. Een altijd durende,
dus eeuwige, pijn voor de ongelovigen is een afschuwelijke leer die niet
volgehouden kan worden in het licht van de Schrift.

‘Maar de kerkelijke synode bleef bij artikel 37.’

Jawel. Daardoor bleek dat zij vastzitten in een systeem van dwaling.
Men kan er niet uit ontsnappen. Slechts 3 tegenstemmers en meer dan
100 voor stemmers om het vreselijke artikel te laten staan. Daar zitten
heel wat theologen bij. Zij moeten beter weten, maar dat doen zij waar-
schijnlijk alleen in de studeerkamer – niet erbuiten.
Toch staat geschreven: God is de redder van alle mensen, inzonderheid
van de gelovigen!

Woord vandaag

‘Zo dat was wel heel wat he dat volk in de woestijn.’

Zij kwamen steeds in opstand tegen Mozes en murmureer-
den en mopperden op hun leider, die niettemin door God
aangesteld was. Men kwam steeds in opstand tegen Jahweh,
tegen God door tegen Mozes te morren. De wolkkolom en de
vuurkolom leidde hen en als zij dorst of honger hadden,
kwamen de zonen van Israël er tegenin.

‘Het moet voor Mozes een hele lastige weg zijn geweest.’

Daarom werd hij pas na 80 jaar aangesteld. Eerst 80 jaar voor-
bereiding, daarna het volk Israël leiden. Daarbij was hij aan
het hof van Farao en daarna in heel groot contrast 40 jaar
schapen hoeden voor schoonvader Jetro in de woestijn. Daar
zal hij ook onderwezen zijn door Jahweh en mogelijk ook door
schoonvader Jetro, die priester in Midian was.

Ja, zo’uitgebreide voorbereiding was wel nodig, die Mozes als
man van God kreeg.’

Mozes ontving de Thora om die door te geven aan het volk, dat
volk zei ja, en daarmee was het huwelijk tussen Jahweh en het
volk Israë
l een feit. Het is, zoals later in de Schrift erover ge-
sproken werd, het oude verbond. Het was een verbondssluiting,
maar Israël verbrak het (Jeremia 11) en daarom spreken de
profeten over de komst van het nieuwe verbond (Jeremia 31:31-34)
dat nog toekomstmuziek is voor Israël en de volkeren.

‘Het oude was een bediening van de dood?’

Ja, op heel wat dingen stond de doodstraf, door steniging o.a.
Of de straffen echt uitgevoerd zijn? We weten er niet veel van,
er staat niet zoveel over geschreven. Het was het oude, waarvan
tevoren vaststond, dat het op een mislukking uit zou lopen.
Het gebod dat tot leven moest leiden, leidde door de zonde juist
tot dood. Er kon pas leven komen door de geest van God, die door
de Heer gezonden werd toen Hij verheerlijkt was!

 

 

 

Woord vandaag

‘Zeg, de genade die Paulus predikte zou ook leiden tot het
samen optrekken van de gelovigen?’

We zien dat in Romeinen en in Efeziërs zo mogelijk nog sterker.
Aangezien we allen als gelovigen dezelfde geest van Christus ont-
vangen hebben, zou Zijn gezindheid ons leven karakteriseren.
Paulus is daar in beide Korintebrieven erg mee bezig. In het eerste
hoofdstuk van de eerste brief wijst hij op: hetzelfde zeggen en dat
zou uiting zijn van hetzelfde geloof.

‘Ja, als we om ons heen kijken, is die aanwijzing nog steeds actueel.’

In Romeinen 12 wijst hij er ook op, zoals in vers 16: wees eensgezind
onder elkaar, wees niet eigenwijs. Gelovigen zijn mensen en gaande-
weg ontdek je, dat niets menselijks ons vreemd is. Gelovigen blijken
vaak meer ziels-vleselijk te zijn en te reageren dan geestelijk. Paulus
wijst op de geestelijke aspecten. Liefde van God zou de boventoon voe-
ren: de liefde (zij) ongehuicheld (Romeinen 12:9).

‘Er zijn weleens momenten, dat die liefde onderling ondergesneeuwd
raakt.’

Ja, sneeuw is wel van toepassing, want dat valt in de winter: kilte en
vrieskou. Dan is de onderlinge liefde op de achtergrond geraakt.
En in Efeziërs 4 wijst hij op de eenheid van de geest, dezelfde geest die
als eerst liefde voortbrengt. Vandaar dat hij spreekt van waardig
wandelen: ootmoedigheid, zachtmoedigheid, geduld, kortom: elkaar
in Gods liefde ver dragen!

Woord vandaag

‘Wat maakt het evangelie van genade zo uniek in de wereld?’

Het is geen religie. Eén deed voor alle mensen wat al die men-
sen samen niet konden bewerken. Door Zijn dood en opstanding
is de garantie afgegeven, dat heel de mensheid, die God in Chris-
tus ziet, gerechtvaardigd is. Helemaal los van de eigen presta-
ties van de mens, want die bereikten volgens Romeinen 3 een
bedenkelijk niveau.

‘En de geredde mens, wordt daar iets van verwacht?’

Nee. De geredde mens, gered en gerechtvaardigd in het bloed
van Christus, leeft door Zijn geloof en Zijn geest. Geen eigen
kracht, want die schiet altijd tekort. Het is God zij dank Zijn
kracht, zodat de gelovige leeft door de geest van God. Het is
nieuw leven van Christus in de gelovige. Dat is per definitie
niet onderworpen aan de grondregels van deze oude wereld
(Jericho).

‘In die oude wereld zijn wij net als de twee blinden in Jericho
ziende geworden?’

Paulus zegt het -door de heilige geest- op magistrale manier in
Efeziërs 1: verlichte ogen van het hart. Zijn licht in de geestelijke
ogen van het hart, zodat het hart verlicht is, alle duisternis is
eruit verdreven. Je ziet en kijkt geestelijk in plaats van ziels of
vleselijk. Naar God, naar de schepping, naar de wereld, naar el-
kaar, naar jezelf. Wat is dat bijzonder!

‘Wat een genade, heerlijk, deze vrijheid in Christus Jezus!’

Met een geweldige verwachting, een heerlijke toekomst voor ogen,
de toestand in de wereld hoeft ons niet te verontrusten omdat Hij
alles in Zijn hand heeft. Ook ons leven is geborgen in Hem, verbor-
gen samen met Christus in God. Hij zal op Zijn tijd bazuinen en ons
wegrukken van deze aarde: precies op tijd! Heerlijk, zo’n zekerheid
in ons soms onrustige hart te hebben en te koesteren. Het is en
blijft te allen tijde: Gods genade!