Woord vandaag

‘Mensen zullen wel moeite hebben met de gedachte, dat wat
in de evangeliën staat, niet direct op hen van toepassing is.’

Het blijkt toch uit wat er staat? Als je bijvoorbeeld kijkt in
Mattheüs 15, dan zegt de Heer Jezus van zichzelf, dat hij niet
gezonden is dan tot de verloren schapen van het huis Israël.
Dat lijkt mij toch duidelijke taal. Hij antwoordde de Kananese
vrouw geen woord! Dat zouden wij hoogst onbeleefd vinden.

‘Merkwaardig ja, later zegt Hij toch wel iets tegen haar?’

Jawel, maar dan is zij naar Hem toegekomen en heeft haar
ondergeschikte positie als heiden beleden: honden, die
eten van de kruimels die van Israëls tafel vallen. Hij hoorde
haar geloof en genas haar dochter. Dat is ook wat precies
past in het plaatje van het aardse koninkrijk.

‘Daar hadden de profeten iets over gezegd?’

Zeker, onder andere over lammen die zouden gaan lopen,
blinden die zouden gaan zien en zo voorts. Tekenen, die de
prediking van het evangelie van het koninkrijk zouden
bevestigen. Dat gebeurde hier en dat begeleidde ook de missie
van de discipelen onder Israël destijds.

‘Men claimt hier en daar ook wonderen en tekenen als bege-
leiding van het evangelie van het koninkrijk.’

Vrijwel altijd moeilijk controleerbaar. Het wordt vaak nauwelijks
serieus medisch onderzocht door artsen als er genezingen worden
geclaimd. Dat maakt het allemaal onzeker. Bovendien zou in deze
tijd dit evangelie helemaal niet klinken. Nu zou het evangelie van
Paulus gepredikt worden. En dat gebeurt o zo weinig!

Woord vandaag

‘Over gisteren heb nog wel even nagedacht. Het is ongelooflijk!’

Er staat veel meer in de brieven van Paulus dan men over het algemeen
denkt. Het is wel het evangelie van de verlaten apostel. De genade
die hij predikt, wordt helaas door veel gelovigen niet op de juiste waarde
geschat. De mens heeft in het algemeen moeite met genade accepteren.
Men wil er toch steeds iets voor doen. Dat is uitgesloten.

‘Ja, maar je moet er toch wel naar leven?’

Als je het zo zegt, ben je alweer van de genade afgeweken. Het is juist
ont-moeten, als je Paulus ontmoet. De apostel ontving de genade van
Christus Jezus om de boodschap van genade door te geven. Het zijn in
feite de woorden van Christus Jezus zelf die naar ons toekomen in zijn
brieven.

‘Ja, maar je hoort weleens zeggen: ‘Ja jullie altijd met die Paulus, je moet
naar de woorden van Jezus zelf luisteren!’

Dan vergissen ze zich nogal, want Paulus schreef door God geïnspireerd
en hij ontving de woorden door openbaring van die verheerlijkte Heer.
Daarbij zegt Paulus ‘indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben,
nu niet meer‘. Dat schrijft hij direct bij de geweldige boodschap, dat wij
in Christus een nieuwe schepping zijn.


‘Dat betekent, dat de boodschap die Christus in het vlees bracht, voor ons
niet direct geldt?’

Precies! het zijn wel woorden waar wij uit kunnen leren, maar ze zijn niet
direct op ons van toepassing. Ze zijn voor Israël bedoeld in verband met
het aardse koninkrijk. Wij maken deel uit van het verborgen koninkrijk,
dat van de zoon van Zijn liefde (Kolossenzen 1:12-14); dat is uitsluitend
geestelijk. En is ook boven, te midden van de hemelingen. Dáár is onze
plaats, dáár zijn wij gezet met Hem (Efeziërs 2:6,7)!

Woord vandaag

‘Zo ga je Efeziërs 2:11-22 beter begrijpen. Het gaat er niet om, dat de
heidenen bij Israël aansluiten. ‘

Dat is zeker niet de reikwijdte van wat Paulus schrijft. Het gaat veel
verder. Je bent in het lichaam van Christus al deel van de nieuwe
mensheid zoals die in de nieuwe schepping er zal zijn.
Niet aan het begin van de nieuwe aarde, maar pas aan het einde
van de laatste eon zal het volle werkelijkheid zijn!

‘Is er dan sprake van ernaar toe groeien?’

Ja, Israël en de volkeren zullen langzaam maar zeker toegroeien naar
de grote voleinding van Gods plan van eonen. De volkeren op aarde
zullen dat doen onder leiding van Israël, zowel in de 1000 jaar als op
de nieuwe aarde. Op de nieuwe aarde zal de nieuwe mensheid lang-
zaam gestalte krijgen, maar de eindtoestand zal pas bereikt worden
als de tweede dood opgeheven wordt.

‘Ja, dat begrijp ik ineens, zo lang er veel mensen in de tweede dood
zijn, kan er geen complete nieuwe mensheid zijn.’

En zo lang blijft ook het verschil tussen Israël en de volkeren bestaan.
Het unieke van het lichaam van Christus is, dat de leden ervan in de
geest de eindtoestand al bereikt hebben. Zij zijn in Christus Jezus
compleet gemaakt. God ziet hen nu al onbeschuldigbaar, zonder smet.
En dat lichaam is het complement van Christus. Met andere woorden:
wij, samen met al die andere leden, maken Hem compleet!

Woord vandaag

‘Toch geen gemakkelijk gedeelte, dat Efeziërs 2:11-22.’

Dat niet, en heeft veel onbegrip gekend. Maar om even terug te komen
op vers 19. Daar staat:

‘dus dan zijn jullie niet langer gasten en tijdelijk verblijvenden, maar
jullie zijn medeburgers
van de heiligen en gezinsleden van God’

Werd in vers 12 nog gezegd dat de gojim gasten van de verbonden bij de
belofte
waren, in vers 19 staat dat zij niet langer gasten en tijdelijk ver-
blijvenden zijn. Verder worden zij medeburgers van de heiligen genoemd.
Dat wil niet zeggen, dat zij deel kregen aan het burgerschap van Israël,
maar dat zij gezamenlijk burgers zijn. Van iets nieuws! Paulus noemt dat
in Filippenzen een ‘domein in de hemelen’. Het unieke is, dat al die burgers
vrije toegang tot de Vader hebben, in de geest.

‘Gewoonweg geweldig. Dit is iets om over na te denken en rustig tot je door
te laten dringen.’

Zij zijn Gods woonplaats, in de geest. Machtig, dat Paulus dat onthulde. Er
wordt duidelijk, dat de leden van het lichaam van Christus deel uitmaken
van iets unieks. Een nieuwe mensheid, een nieuwe schepping.
Hieruit kun je nooit de conclusie trekken, dat dit lichaam in de plaats van
Israël gekomen zou zijn. Het heeft een positie in de hemelen, te midden van
de hemelingen. Niet op aarde.

‘Israël heeft haar plaats op aarde, tot zegen voor de gojim?’

Ja, zij hebben de verbonden bij de belofte ontvangen en Yeshua zal hen op
aarde leiden in het nieuwe verbond, met grote zegen. Vanuit Jeruzalem en
Sion zal de Thora en het woord uitgaan tot zegen. Dat begint in de komende
1000 jaar waarin nog een tempel zal staan in Israël (Ezechiël 40-48) en wordt
voortgezet op de nieuwe aarde, waar geen tempel meer zal zijn!

Woord vandaag

‘Nu ben ik nog nieuwsgieriger geworden naar Efeziërs 2:11-22!’

Het is een opmerkelijk gedeelte uit deze fantastische brief van Paulus!
Het in het vlees (wordt twee keer in Efeziërs 2:11 gezegd) wordt nu: in
de geest
(zie vers 18,22), in Christus Jezus (vers 13). Dan zijn alle verschil-
len die in het vlees nog bestonden, weggevallen. Daarmee is ook de vijand-
schap ten einde. Die is door het kruis gedood met Hem (vers 16).

‘Machtig, dat God door het werk van Christus aan het kruis de verzoening
tot stand heeft gebracht.’

Door het kruis is de vijandschap in Zijn vlees, en daarmee tussen de twee
groepen: gelovigen uit de gojim en die uit Israël, gedood. Het is weg! Zij zijn
verenigd in het lichaam van Christus, en daarmee komt de nieuwe mens-
(heid) tot stand (vers 15)! De verzoening van beide groepen is met God, en
zij zijn in vrede met Hem en daardoor ook met elkaar. De totale verzoening
met God heeft een uitwerking in die twee groepen: zij vormen een eenheid
waarin geen sprake meer is van Jood en heiden!

‘Want dat verschil werd alleen in het vlees uitgedrukt, en bestond alleen in
het vlees, begrijp ik dat goed?’

In de geest niet. Het gaat in feite om de rechtstreekse toegang tot God de
Vader, in de geest
. Die weg is vrij! Zij die voorheen twee groepen waren,
worden nu gebouwd tot een heilige tempel in de Heer en samengebouwd
tot een woonplaats van God in de geest! Het punt in dit gedeelte is niet dat
de heidenen tot de Joden genaderd zijn en daarom onderworpen zijn aan
de Thora zoals die op Israël was gelegd, het oude verbond, maar dat God
een nieuwe mensheid schept!

‘En die nieuwe mensheid heeft geen tempel meer nodig, omdat God daar
zelf in woont?’

Dat is het geweldige slot van dit stukje van Efeziërs 2. Het gaat er niet om, dat
heidenen bij Israël gevoegd worden, maar dat de twee groepen gelovigen in
het lichaam van Christus een nieuwe eenheid vormen, een nieuwe schepping.
Het bijzondere dat aan al die gelovigen duidelijk gemaakt moest worden, is dat
de heidenen op gelijk niveau met Israël zijn gekomen. Dat wordt met zoveel
woorden gezegd in vers 19!