Woord vandaag

‘Hoe zit het dan bij Jakobus als het om rechtvaardiging gaat?’

Jakobus heeft het over praktische rechtvaardiging. Abraham geloofde God
en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Dat staat in Genesis 15:5,6.
Die tekst wordt ook door Jakobus aangehaald in Jakobus 2:23. Daarna
spreekt Jakobus over een gebeurtenis die zo’n 50 jaar later pas in het leven
van Abraham plaatsvond, het offeren van Isaak. En Jakobus zegt dat Abraham
daardoor gerechtvaardigd werd. Het punt is dat dat een van de dingen was
waardoor Abrahams geloof in de praktijk bleek.

‘Maar, toen was Abraham allang gerechtvaardigd?’

Dat is wat Paulus in Romeinen 4 schrijft. Abraham werd door geloof
gerechtvaardigd, niet door werken. Hij was toen nog niet besneden.
God geloven wordt -naar het paulinische evangelie- gerekend tot
gerechtigheid, dus is het in Zijn genade.
Jakobus citeert wel dat het geloof Abraham tot gerechtigheid gerekend
werd, maar zegt dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet
alleen uit geloof. Dit is typisch besnijdenisevangelie. Daar moet de mens
iets doen om de gerechtigheid in de praktijk te laten zien.

‘Paulus is dus de enige die rechtvaardiging uit geloof alleen leert?’

Paulus laat zien dat alles uit God is. Het geloof dat wij hebben is ook door
God gegeven. Hij spreekt over het geloof van Jezus Christus. Daar hebben
de besnijdenisapostelen het niet over.

Het besnijdenisevangelie kent geen rechtvaardiging door God, die aan
zondaren overgedragen wordt.

Het gaat bij Paulus om rechtvaardiging in het bloed van Christus
(Romeinen 5:9); uit en door het geloof van Jezus Christus (Romeinen
3:22,26);  een rechtvaardiging die is door de vrijkoping in Christus Jezus
(Romeinen 3:24).

‘Ja dat is dan wel een opvallend verschil met Jakobus en de rest.’

Bij Paulus draait het om Gods genade. Het is om niet, speciaal in deze tijd.
Dat laat geen werken van de mens toe!

Woord vandaag

‘Oke, we lazen gisteren dat er geen werken nodig zijn, alleen
door geloof. Maar bij het volgende punt op het overzicht van de
verschillen staat een tekst uit Jakobus 2:20 bij het evangelie
van de besnijdenis. Daar staat toch iets anders?’

Dat is een onderwerp dat steeds weer veel discussies onder gelovigen
oplevert. Jakobus zegt, dat een geloof zonder werken een dood geloof
is. Terwijl Paulus schrijft, dat rechtvaardiging juist zonder werken is.

‘Ja en Jakobus 2:24 staat zelfs, dat een mens door werken gerechtvaar-
digd wordt en niet alleen door geloof. Dat staat toch haaks op Romeinen?’

Dat lijkt zo. Alleen bij Paulus vinden wij de boodschap van rechtvaardiging
door geloof en genade alleen. De genade van God is voldoende voor de mens
tot redding. Geen werken vereist, anders zou de genade geen genade meer
zijn, zegt de apostel in Romeinen 11:6.

‘Maar Jakobus spreekt toch van rechtvaardiging door werken?’

Daarover spreken we morgen verder!

Woord vandaag

‘En? Hoe zit het dan bij Paulus met de goddelozen?’

Bij Paulus lezen we over de rechtvaardiging van de goddeloze:

Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem,
die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot
gerechtigheid
Romeinen 4:5

Er staat nadrukkelijk bij, dat het gaat om degene, die niet werkt,
maar zijn geloof vestigt op God, die de goddeloze rechtvaardigt,
zijn geloof gerekend wordt tot gerechtigheid.

Daar waar onder de wet de goddelozen veroordeeld worden, wordt
bij Paulus de goddeloze die tot geloof komt, gerechtvaardigd!

‘Dat is wel bijzonder. Je bent er misschien zo aan gewend geraakt, maar
als je er opnieuw bewust stil bij staat, komt het bijzondere karakter
ervan weer naar voren en ben je onder de indruk van Gods liefde.’

Kijk hoe het onder de Thora was (Deuteronomium 25:1):

Wanneer er tussen lieden twist zal zijn, en zij tot het gerecht zullen
toetreden, dat zij hen richten, zo zullen zij den rechtvaardige recht-
vaardig spreken, en de onrechtvaardige verdoemen.

Principe: de rechtvaardige wordt gerechtvaardigd en de goddeloze
(onrechtvaardige) wordt verdoemd (veroordeeld).
Onder de genade (paulinische evangelie), wordt de goddeloze recht-
vaardig verklaard. Hoe? Door werken? Nee. Door geloof!


‘Tsja, dat is wel geweldig. Het hangt niet af van ons, maar van Zijn werk!’

Daarom staat er ook geschreven in Romeinen 4:16 :

daarom is het (alles) uit geloof, opdat het zou zijn naar genade

Woord vandaag

‘Er bestaat ook verschil in hoe er over de ‘goddelozen’ wordt gesproken
als je bij Petrus en Paulus kijkt?’

Bij Petrus lezen we in 2 Petrus 2:5,6:

…en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker
van de gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de grote vloed
over de wereld van de goddelozen bracht;
en de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en tot
een voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven…

Hier lees je een dreigend gericht voor hen die goddeloos leven. Petrus spitst
zich in zijn brieven toe op de gelovigen uit Israël en is vooral van toepassing
op de situatie van hen tijdens de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27.

‘Dat is wel anders dan Paulus ja, en die wereld van de voortijd, dat is de wereld
voor de grote vloed van Genesis 6-8?’

Noach wijst daarop, hij was een prediker van de gerechtigheid, dat werd geïllu-
streerd doordat hij de ark bouwde terwijl het nog nooit geregend had. Maar
hij had Gods woord gehoord, geloofde dat en handelde daarop. Hij ging niet
een groter huis bouwen of zich op welke manier dan ook ingraven in die
wereld, want hij wist dat het einde van die eon nabij was!

‘Dan is Noach een groot voorbeeld voor ons, wij die leven naar het einde van
deze boze eon toe, met voor ons de geweldige wegrukking van de gemeente
voor ogen.’

Zeker, wij gaan ons niet uitgebreid ingraven in deze aarde. Als je dat doet zeg je
in feite dat de Heer nog wel even weg kan blijven want je hebt het hier best
goed. Laten we Paulus’ woorden in ons hart opslaan en daaruit leven:

Want zelf verhalen zij van ons, hoe wij bij u ontvangen zijn en hoe gij u van de
afgoden tot God bekeerd hebt, om de levende en waarachtige God te dienen,
en uit de hemelen zijn zoon te verwachten
, die Hij uit de doden opgewekt heeft,
Jezus, die ons verlost uit het komen van de toorn.

Woord vandaag

‘Wat is bij Paulus kenmerkend, in plaats van vergeving van zonden?’

Dat lezen wij in onder andere Romeinen 5:1,2 :

Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede naar God toe door
onze Heer Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen
in het geloof tot in deze genade, waarin wij staan, en roemen in de
verwachting van de heerlijkheid van God.

Het geweldige is, dat Paulus, hier terugkijkend naar Romeinen 3 en 4,
aangeeft dat God ons rechtvaardig verklaart door het geloof van Jezus
Christus. Ook ons is geloof geschonken in de bevrijdende woorden van
het evangelie, dat spreekt van onze rechtvaardiging om niet in Zijn
genade, door de vrijkoping in Christus Jezus (Romeinen 3:24).

‘Ja, heel fijn, en wat betekent dan die rechtvaardiging?’

Dat God ons in Christus Jezus ziet als net zo rechtvaardig als Christus
Jezus zelf. Geen spoor van zonde(n) meer. Zó ziet God ons. Als we ons
dat bewust zijn -door geloof- dan wekt dat een buitengewoon diepe vrede
in ons hart. God is niet -en nooit meer- boos of toornig op ons!

‘He, wacht even, dat kan dus nooit meer teruggedraaid worden zoals dat
bij vergeving van zonden wel kan?’

Zo is het. Als God ons rechtvaardig verklaart door geloof (van Jezus Christus)
kan er niets mis gaan. Bovendien gaat er bij God niets mis. Nooit.
Hij heeft alles wat tegen ons kon getuigen weggenomen, want Christus Jezus
heeft alles voor ons gedragen. Met Hem is dat alles het graf ingegaan en uit het
graf kwam de levendgemaakte Eersteling van de nieuwe schepping. En omdat
wij in Hem zijn, zijn wij net zo onaantastbaar voor welke veroordeling dan ook.
Daarom schrijft de apostel van de natiën in Romeinen 8:

Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen?

Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn?

Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen zoon niet gespaard, maar voor ons allen
overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alles in genade schenken?
Wie zal uitverkorenen van God beschuldigen?
God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen?
Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is: de opgewekte, die aan de
rechter(hand) van God is, die ook voor ons pleit.