‘Zeg, wat is het fijn om zoveel te horen over onze heerlijkheid!’
Zo lang de gelegenheid er is, kunnen wij nadenken over wat ons staat
te wachten. Het is een feit, dat wij dezelfde heerlijkheid gaan ontvang-
en als de Heer zelf, want in Filippenzen 3:20,21 schrijft de apostel, dat
ons lichaam omgevormd zal worden, zodat het gelijkvormig wordt aan
Zijn verheerlijkt lichaam. Dat betekent, dat Zijn eigen lichaam, dat nu
bekleed is met een alles overstijgende heerlijkheid, een voorbeeld is
van het lichaam, dat wij gaan ontvangen bij de bazuin van God!
‘Tsjonge, wat groot is dat. Bijna niet voor te stellen.’
Denk en dank erover na. Hij is de mens Christus Jezus. Hij wordt ook
in Zijn enorme heerlijkheid nu, nog steeds mens genoemd. Dat houdt
in dat al die mensen die van Zijn geestelijk lichaam deel uitmaken, zelf
ook een geestelijk lichaam gaan ontvangen als Hij zal bazuinen. Dat is
heerlijkheid en genade die al het andere ver overtreft. Deze genade
werd niet aan Israël onder het nieuwe verbond beloofd. Dit houdt in,
dat het zoonschap van het lichaam van Christus in de hemelen van een
hogere orde is dan het zoonschap van Israël op aarde.
‘Ongelooflijk. Hier ben ik stil van.’
Het geweldige is, dat wij als leden van Zijn lichaam daar niets voor
kunnen doen. Het is Zijn uitkiezing, Zijn geschenk van zoonschap,
Zijn uitroepen, Zijn rijkdom aan genade voor ons, Zijn wijsheid.
Wij hadden niets, Hij geeft ons alles. Dat wij dat geloven, is ook genade.
Dit alles is de heerlijkheid van Zijn genade.
‘Ik ben diep verwonderd over deze rijkdom.’
Wat een geweldige boodschap kon deze, door zeer velen verlaten
apostel brengen. Ook dat arbeiden en lijden was genade. Ook Saulus kon
er niets voor doen, hij blies dreiging en moord op weg naar Damascus.
Geen bekering. Niet: ‘gekozen voor Jezus’. Hij vervolgde Jezus.
En in zijn vijandige houding riep de Heer hem!
Als dát geen genade is……!