‘We zijn alweer door een hoofdstuk Spreuken heen.’

Ja. Je merkt dat het mensen aanspreekt. Misschien door
het herkenbare uit het dagelijks leven. Misschien zien men-
sen het meer als een handboek wat wel en niet te doen. Dat
is Spreuken niet, maar het bevat wel wijze raad, die min-
stens het overdenken waard is.

‘En er zit toch ook veel typologie in?’

Zeker, het verwijst meestal naar andere dingen, sommige
Spreuken zijn alleen typologisch te begrijpen. Zoals de lof op
de degelijke huisvrouw uit Spreuken 31. Klinkt allemaal mooi,
maar geen enkele vrouw gaat elke avond laat slapen en staat
altijd voor dag en dauw op. Verreweg de meeste vrouwen heb-
ben geen spinnewiel thuis staan, laat staan dat ze kunnen spin-
nen. Dus je kunt dat hoofdstuk nooit letterlijk nemen.

‘Nee. inderdaad.’

Zo is het met heel de Schrift, je kunt dat niet lezen als een hand-
boek ethiek of alle geschiedenissen moralistisch uitleggen, zo
van: eens kijken wie wat fout en wie wat goed doet. En dat wij
dan het goede voorbeeld moeten volgen. Zo werkt de Schrift niet.
Er zit heel erg veel verborgen in de Schrift wat er wel uit te halen
is, maar dan moet je er tijd in investeren.

‘Je kunt echt niet het voorbeeld van de discipelen volgen die
vluchtten toen de Heer gevangen genomen werd.’

Precies. Petrus ging vlak na de opstanding vissen. Als we dat
navolgen, moeten we ook visser worden. Je begrijpt waar je te-
rechtkomt. Paulus echter zegt: wordt mijn navolgers. Hij volg-
de Christus Jezus na. Doen wij dat ook, dan heeft dat gevolgen,
want ook wij zijn burgers van een rijk in de hemelen!