‘Het woord voor ‘zonde’ en ‘zondoffer’ is hetzelfde. Boeiend.’
Nou en of dat weer iets bijzonders is. Het Hebreeuwse woord ‘chata’
wordt zowel voor zonde als voor zondoffer gebruikt. Het principe is,
dat zonde wordt opgeheven door een andere zonde of zondoffer.
Binnen de Israëlitische eredienst werd een vlekkeloos dier geslacht
-en dat was een zonde- om een bescherming te geven aan degene
die gezondigd had.
‘Een zonde voor een zonde dus.’
En die dieren wijzen vanzelfsprekend typologisch naar de Heer Jezus
Christus. Paulus zegt daar iets over in 2 Corinthiërs 5:21 :
Hem, die de zonde niet kende, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt,
opdat wij zouden worden: gerechtigheid van God in Hem
De Heer Jezus werd tot zonde gemaakt. Sommige vertalingen zeggen
dan, dat Hij tot zondoffer gemaakt werd. Hij droeg de zonde van allen.
Daarmee is het ‘probleem’ van de zonde in Gods oog eens voor altijd
opgelost. Daarna werd Hij opgewekt door Vader als aantoning van
Zijn en onze rechtvaardigheid – Romeinen 4:25!
‘Wij zijn dus in en met Hem gerechtvaardigd?’
En dat alles door Zijn geloof. Daarom is de macht van de zonde gebro-
ken en kunnen wij in alle vrijheid in Christus Jezus leven. Wij zijn dan
niet langer slaven van de zonde, maar van God en van Zijn gerechtig-
heid. De zonde zit niet op de troon, maar Gods genade, dat zegt de
apostel in Romeinen 5:20,21:
…maar waar de zonde toeneemt, stroomt de genade over, opdat,
net zoals de zonde regeerde in de dood, zo ook de genade zou rege-
ren door gerechtigheid naarbinnen het eonische leven door Jezus
Christus, onze Heer