‘Zijn we nog steeds bezig met Romeinen 11:36?’
Dat wel, ja. Dat is een korte samenvatting van Gods plan, het spreekt ook van
een geweldige erkenning van God als God, als Plaats-er. Hij geeft alles de juiste
plaats. Wanneer wij menen, dat iets ‘toevallig’ gebeurt, hoe onbetekenend de
gebeurtenis ook lijkt, is dat onze mening. Wanneer we echt tot diepe erkenning
komen, dat alles uit God is, dan gaan we de dingen anders bekijken.
Het wordt voor ons al een stuk lastiger, wanneer we onszelf in dit licht zien.
‘Uiteindelijk hebben we niets van onszelf?’
We raadplegen de Schrift, en wanneer we eerst kijken naar wat de Heer zelf
zegt, dan doen we opvallende ontdekkingen. Hij zei bijvoorbeeld:
Ik ben niet in staat van mijzelf iets te doen. Naar wat Ik hoor, richt Ik.
En Mijn richten is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil
van Hem die Mij zendt. Johannes 5:30
Dit is een erkenning waar veel gelovigen tijdens hun leven niet aan toekomen.
De meesten menen –ook aan het einde van hun leven nog- dat zij toch wel en-
kele dingen zelf tot stand gebracht hebben. En dat God hen daarvoor beloont.
‘Wel weer frappant wat de Heer zegt, ja.’
Hij deed de werken die Hij de Vader zag doen. Ook tegen Zijn discipelen maakte
Hij later hetzelfde principe bekend:
Ik ben de wijnstok, jullie zijn de takken. Wie in Mij blijft en Ik in hem, deze draagt
veel vrucht. Zonder Mij kunnen jullie niets doen Johannes 15:5
Ondanks ook deze duidelijke onthullingen in de Schrift, menen veel gelovigen dat
‘God degenen helpt die zichzelf helpen’. Zo van: wij doen iets en God helpt ons.
De waarheid is, dat ‘God degenen helpt die zichzelf niet kunnen helpen’!