11 november 2018
‘Hij heeft alles in Zijn hand.’
God overziet vanaf het begin alles. In
niets hoeft Hij ineens in te grijpen als-
of het mis zou gaan. In de schepping
was alles exact zoals Hij wilde. En het
herstel na de nederwerping was pas
voldoende, toen Hij kon zeggen: het
is zeer goed. Dat was niet volmaakt.
In de nieuwe schepping zal het eerst
volkomen en volmaakt zijn. Nadat de
mens op aarde was gezet, kon Gods
plan verder gaan zoals Hij bedoelde.
‘Hij zal dat doen wat nodig is.’
Ook toen de mens zondigde, was het
geen verrassing voor God. Het was de
bedoeling. De zonde was er al vooraf-
gaand aan de schepping van de mens.
Alleen zo zou heel de schepping kun-
nen leren, wie God is. In de weg die
Hij gaat, leert de schepping door erva-
ringen met zonde en kwaad. Al wat in
de ogen van de mens mis lijkt te gaan,
gaat in werkelijkheid goed, omdat het
past in Zijn voornemen.
‘Alles werkt mee.’
Voor de gelovige is dat een waarheid
die staat. Voor hen die God liefhebben,
doet God alles samenwerken tot het
goede. (Romeinen 8:28).
Dat is iets, wat wij gaandeweg ontdek-
ken, leren. God is altijd actief en werkt
Zijn plan uit. Dat bijvoorbeeld de wet
werd gegeven, was opdat de krenking
zou toenemen. En dat gebeurde. Wet
werkte dat uit wat God ermee bedoel-
de. Daarna begon de tijd waarin over-
stromende genade geldt.