Woord vandaag

‘Moet je Jezus eerst aannemen?’

We denken wat verder na over
Johannes 1, waar Johannes iets
zegt over wat in Tenach (OT) be-
kend gemaakt was. Die startte
met het woord dat Jahweh sprak
en dat zorgde voor schepping en
licht en leven. Het woord was tot
de mens, vooral Israël, gekomen.

‘Later kwam Hij.’

De wet en de profeten gingen
tot op Johannes. Die was groter
dan de grootste profeet van Te-
nach. Hij zag Jezus en hoe Hij op-
trad te midden van Zijn volk. En
eerst stelt Johannes vast dat Hij
in de wereld kwam en die kende
Hem niet (1:10). Hij kwam tot de
Zijnen, en die aanvaardden Hem
niet (1:11). En dan de vaak geci-
teerde tekst.

‘Dat je Hem moet aannemen.’

We zitten in het tekstverband in
verband met acceptatie door het
volk Israël. Ze namen Hem niet
aan. Slechts enkelen zagen, bele-
den dat Hij de Messias is. Maar
zij ontvingen Zijn geest niet. Die
zou pas later komen. Vandaar:

Wie Hem echter aannamen, hun
heeft Hij volmacht gegeven om
kinderen van God te worden, aan
hen die in Zijn Naam geloven
                        Johannes 1:12

Dit werd van Israël gezegd. 

Woord vandaag

‘Verzoening van allen.’

De afgelopen keren hebben we
in Kolossenzen 1 gezien en vast
kunnen stellen, dat God het al
met Zich verzoent. Het al bevat,
gezien het tekstverband, heel de
schepping. Als eerste is gesteld,
dat God in, door en tot de Zoon
van Zijn liefde het al schiep. (Ko-
lossenzen 1:15,16). Dan volgt
Wie Hij is: het Hoofd.

‘En dan de verzoening.’

Dat blijkt om datzelfde het al te
gaan wat vers 15,16 noemt. Ook
de onzichtbare schepping (gees-
telijke machten en krachten) zijn
in die verzoening meebegrepen.
Dan blijkt dat door Hem, de Zoon
van Gods liefde bewerkt te zijn. 
Als men vanuit de christenheid
reageert, is het furieus. Men aar-
zelt niet onmiddellijk de vrije wil
op te voeren, volgens de traditie.

‘Je moet Hem wel aannemen.’

Men komt met Johannes 1:12.

wie Hem nu aangenomen heb-
ben, aan hen geeft Hij het recht
om kinderen van God te worden,
hen die in Zijn Naam  geloven

Dit haalt men aan in het kader
van de vrije wil. De mens zou een
eigen vrije wil hebben gekregen
(…) om Hem aan te nemen. Maar
wat zegt Johannes daar? Evange-
lie? Welk? Laten we morgen kij-
ken in welk verband Johannes dit
in 1:12 van zijn verslag schrijft.

Woord vandaag

‘Vanavond Kolossenzen.’

Dat is weer -na een aantal coro-
na maanden- een studie avond.
En is nog steeds Kolossenzen 1,
een monumentaal hoofdstuk.
Het laat de grote verwachting
van heel de schepping zien, in
het geheimenis van Christus. In 
de Zoon van Zijn liefde is het al 
geschapen. En door Hem wordt
datzelfde al weder(zijds) met
God verzoend.

‘Daar kijk ik heel erg naar uit.’

Zeker, dat doen heel wat gelovi-
gen. Gelukkig zijn er steeds meer
christenen en gelovigen die over-
tuigd worden door de waarheid
van Gods woord. Als je de tekst
van Kolossenzen 1 laat spreken,
dan lees je klip en klaar dat God
heel Zijn schepping tot Zich terug
laat keren –door de dood van de
Zoon. Niet minder dan dat zal de
oogst van Zijn Zoon zijn.

‘Ja, geweldig, ik ben er blij mee.’

Jammer genoeg zijn er nog theo-
logen die vasthouden aan de vre-
selijke traditie: een eeuwige pijn 
voor de ongelovigen. Dat denkt
bijvoorbeeld Willem Ouweneel.
Als het gaat om geloof in Gods
uitspraken dan doet geleerdheid 
er niet toe. God deelt geloof en
erkenning van de waarheid toe. 

Woord vandaag

‘Troostvolle woorden.’

Dat zijn ze, uit 1 Thessalonicen-
zen 4:13-18. Ze zaten met vra-
gen, wat gebeurt met de reeds
overleden gelovigen? Paulus is
het, die daar duidelijk antwoord
op geeft. Wij zullen allen, geza-
menlijk en gelijktijdig onze Heer
ontmoeten in de lucht. Niet op 
de aarde. Daarna zullen we met
Hem te midden van de hemelsen 
zijn in de komende eonen, dát is
wat in Efeziërs 2 staat.

‘Ja een bemoedigend woord.’

…daarom, vertroost elkaar met
deze woorden…
       1 Thessalonicenzen 4:18

Wanneer we iemand die ons ge-
liefd was als medegelovige moe-
ten begraven, lezen we dit. Een 
fijne bemoediging op zo’n droe-
vig moment. We kunnen dan in-
wendig omhoog kijken naar Hem
Die ons zo liefheeft.

‘Ja, zo ervaar ik dat ook.’

Het is steeds goed, dit in herin-
nering te houden. We laten ons
niet afleiden door allerlei vreem-
de leringen en filosofieën. Deze
verwachting is voor het lichaam
van Christus. Zoals we gisteren 
eindigden, Israël heeft haar roe-
ping op aarde voor de volkeren.
Wij voor hen die boven zijn. Dat
is onze unieke bestemming.