Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Zo dat, indien iemand in
Christus is, is hij een nieuwe
schepping
    2 Korinthiërs 5:17^a

In de geest zijn wij overgezet
in de nieuwe schepping. Dat
heeft grote gevolgen voor het
uitzicht dat wij hebben en het
dagelijks leven. De grondregels
of grondbeginselen van deze
wereld (religieus zijn, religie)
gelden niet langer. Wij mogen
alles eten wat God geeft in de
huidige schepping.
Het houden van dagen telt
niet langer; in Christus zijn
alle schaduwen vervuld.
In de geest zijn wij voorbij
het aardse koninkrijk van
de 1000 jaar en genieten
al van de volkomenheid die
het einde van Gods plan
van eonen zal opleveren.
Moge Christus nu al alles
in ons zijn!

Zo dat, indien iemand in
Christus is, is hij een nieuwe
schepping
    2 Korinthiërs 5:17^a

Dit is een scheidslijn in de
verkondiging door Paulus.
Het bekendmaken van de
geestelijke nieuwe schepping
heeft als consequentie, dat
geen onderscheid naar het
vlees gemaakt kan worden.
In Christus valt dat weg. In
Galaten 3:26-28 had Paulus
daar al op gewezen. Iets
verder in die brief maakte
hij duidelijk, dat in Christus
besneden of onbesneden
zijn niet uitmaakt. Het gaat
erom dat de gelovige een
nieuwe schepping is. Wij zijn
dat! Vader, dank U wel.  

Zo dat wíj vanaf nu niemand
waarnemen naar het vlees.
Echter, ook indien wij Christus
gekend hebben naar het vlees,
toch kennen wij Hem nu niet
langer zo.
     2 Korinthiërs 5:16

De reden dat Paulus schrijft
dat wij Christus kennen naar
de geest, in heerlijkheid, wordt
nog duidelijker uit het vervolg.
Christus stierf. Hij is opgewekt
door de kracht van de Vader.
Dat maakte een einde aan het
vlees. Dat zet een streep door
het belang van afkomst naar
het vlees.
Verkondiging voor het lichaam
van Christus is gebaseerd op
Zijn verheerlijking. Wij lazen
al over het evangelie van de
heerlijkheid van Christus, die
het Beeld is van de onzichtbare
God. ^2Kor.4:4,5
Wij kennen elkaar als leden
van Zijn lichaam evenmin naar
het vlees. Wij zien elkaar aan
in Christus, als waren wij al zo
volkomen zoals Hij is. Dat is
mede de basis om genade te
schenken aan elkaar.

Zo dat wíj vanaf nu niemand
waarnemen naar het vlees.
Echter, ook indien wij Christus
gekend hebben naar het vlees,
toch kennen wij Hem nu niet
langer zo.
     2 Korinthiërs 5:16

Paulus onthult, dat vanuit God
gezien, alles na de kruisdood
en opstanding van Christus
anders is geworden.
Er bestaat geen onderscheid
meer naar het vlees. Of je uit
Israël of andere natiën komt,
het speelt geen rol meer.
Zelfs gold het Christus, dat
de gelovigen Hem niet langer
naar het vlees kennen. Zoals
Hij was in het vlees op aarde
te midden van Zijn volk, uit de
stam Juda, maar zo kennen de
gelovigen Hem niet langer.
Nu is dat voorbij en kennen wij
Hem, nu Hij aan Gods rechter
(hand) van God, alleen naar de
geest.

Zo dat wíj vanaf nu niemand
waarnemen naar het vlees
    2 Korinthiërs 5:16^a

Waanemen; het woord heeft
te maken met zien en zo de
dingen leren kennen.
Nu het zo is dat wij stierven
in Zijn dood, kunnen wij de
mede gelovigen aanzien in
Christus. Deze uitspraak, dat
wij elkaar niet langer naar
het vlees kennen, was nogal
opmerkelijk. Het betekent
het einde van het rekenen
met vleselijke verschillen.
Afkomst naar volk, besneden
zijn of niet; het speelt geen
enkele rol meer in deze tijd
van genade.