‘We zijn bevoorrecht, dat wij zo door de Schriften heen
zicht hebben op het plan van God.’
Het geheimenis van Christus is een geweldig thema in de
Schriften. Paulus mocht heel in het bijzonder het hemelse
aspect daarvan bekendmaken in Zijn brieven. Met name de
latere brieven (Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen) spreken
van dit deel van het geheimenis van Christus. Pas nadat Hij
aan het kruis gestorven was, opgestaan uit de dood en ver-
hoogd aan Gods rechter(hand), kon dit bekendgemaakt wor-
den. Maar er was nóg iets dat eerst duidelijk moest worden
voordat de apostel dit kon onthullen.
‘En dat is?’
Dat Israël als volk het hernieuwde koninkrijksaanbod afwees
zoals geschiedkundig in het boek Handelingen geschreven.
Pas toen de verblinding van (de leiders van) het volk goed
duidelijk werd, kon de geweldige waarheid van de hemelse
bestemming van het lichaam van Christus verkondigd worden.
Niet eerder, omdat toen nog de lijn Israël – volkeren gevolgd
werd. Als Israël als volk tot bekering en geloof gekomen zou
zijn, zou na de terugkeer van de Messias Jezus het aardse
koninkrijk zijn begonnen met Israël als koninklijk priestervolk
waar gelovige heidenen dan bij aansluiten. Nu duidelijk werd
dat die lijn vooralsnog niet doorzette, maar (voorlopig) stopte,
kon de hemelse roeping en bediening van het lichaam van
Christus duidelijk gaan worden.
‘En daar spreken de gevangenschapsbrieven over?’
Deze brieven zeggen ons heel veel. Niet alleen het hemelse
aspect van het geheimenis van Christus, namelijk dat Hij ook
Heer is en zal zijn te midden van en boven de hemelingen.
Ook de nieuwe schepping en de bijzondere eenheid die daar
is als uitwerking van de verzoenende kruisdood van de Heer
Jezus Christus (Efeziërs 2:14-17; Kolossenzen 1:18-21) wordt
nergens anders in de Schrift bekendgemaakt. De diepe uit-
werking van het kruis, die een einde aan de oude schepping
maakt en daarmee aan alle vijandschap, vlees en dergelijke,
dát is de kern van de boodschap die klinkt vanuit Zijn ene
daad van gerechtigheid!