‘Alle gebeurtenissen die opgeschreven zijn over de kruisiging
van de Heer Jezus Christus zijn indrukwekkend, vind ik.’

Ja, Hij werd geslagen, veracht, het geestelijke lijden was groot.
Voortdurend werd Hij afgewezen door de schriftgeleerden en de
farizeeën; mogelijk wordt door beide woorden dezelfde groep
aangewezen. In elk geval wilden zij Hem doden toen Hij door Zijn
spreken en werken steeds populairder werd onder het volk. De
afgunst en de nijd, het was allemaal niet
gering. Veel was mis-
schien te voorzien, maar hoe mensen Hem in die situatie behan-
delden was niet te voorzien. Hoewel er al veel beschreven was
in profetie hoe het zou gaan, wat er zou gebeuren.

‘Er wordt wel gezegd, dat Hij de Psalmen aan het kruis bad.’

Ja, je kunt iets herkennen van Psalm 69, of Psalm 22 bijvoorbeeld.
Dan wordt het ineens duidelijk wat er door Hem heen ging. Want
in die Psalmen wordt het alsof je de Heer zelf hoort bidden. Dan zijn
diverse omstandigheden, zoals het verdelen van Zijn klederen al
zo lang ervoor profetisch aangekondigd. Zie Mattheüs 27:35 – Psalm
22:19. Mattheüs wijst erop, dat het door ‘de profeet’ was aangekon-
digd. Die profeet was David, de koning. Dus hij was niet alleen ko-
ning, maar ook profeet! Het gebed dat David bad en opschreef, blijkt
dus in feite het gebed van de Heer Jezus zelf te
zijn!

‘Ja, dan word je stil. Als je leest en tot je door laat dringen wat er
volgens de diverse Psalmen door Hem heen ging.’

Je proeft dan iets van de emotie, oftewel het lijden dat Hij doormaak-
te. Je kunt echter daarvan niets in de evangeliën lezen. Daar is het al-
lemaal heel sober en nuchter beschreven. Er wordt bijvoorbeeld een
eenvoudige mededeling gedaan: ’toen zij op de plaats gekomen waren,
die Schedel genoemd werd, kruisigden zij Hem daar’…. Lucas 23:33
Meer niet! Terwijl uit de geschiedschrijving blijkt hoe dat ging en hoe-
veel felle pijn er door Zijn lichaam gegaan moet zijn. Maar kennelijk
was het meer Gods bedoeling, dat Zijn geestelijk lijden en de omstan-
digheden te laten zien in wat geschreven werd. Hoe anderen erop re-
ageerden, hoe Pilatus en Herodus in verlegenheid gebracht werden,
hoe duivels het Sanhedrin handelde, hoe Judas Hem overleverde voor
30 zilverstukken.

‘We zouden die dingen goed tot ons laten doordringen, als onderwij-
zing hoe men Hem behandelde.’

Ten diepste zullen we nooit echt kunnen weten hoe diep het lijden was
wat Hij doormaakte. De haat en de vijandschap, de vernedering, terwijl
Hij dat alles door Zijn wandel te midden van Zijn volk niet verdiende.
We zijn wel degenen die dankbaar de zegeningen mogen genieten, die
uit Zijn dood en opstanding voort zouden komen. In feite uitsluitend
de geestelijke zegeningen, die in het evangelie van Romeinen en Efe-
ziërs aan ons geschonken zijn door Vader. De diepe afgunst, nijd, haat
en vijandschap van de mensen werden door de Zoon en de Vader met
liefde beantwoord! Dat is totaal anders dan religie; daar moet de mens
iets doen; hier blijkt dat Hij het heeft gedaan!