‘Nu zijn we bij het laatste vers van Spreuken 16, ook weer een aparte.’
Dat kun je wel zo zeggen ja. We kunnen daarvan weer een prachtige illustratie
vinden in de Schrift.
het lot wordt in de schoot geworpen,
maar elke beslissing daardoor komt van Jahweh
Bij loting denken wij aan toeval. Maar in de Schrift is dat zeker niet het geval.
Het woord ‘schoot’ verwijst naar de borstlap van de efod waarin de stenen
werden ‘geworpen’, en de uitkomst ervan was bepalend en kon hele grote ge-
volgen hebben.  Het land waar het volk Israël ging wonen, werd door loting
aan de stammen verdeeld. Lees Jozua er maar op na, in de Thora stond de be-
paling dat dat zo moest gebeuren (Numeri 26:56 en 33:54).
‘Ja je moet wel weten dat het met de efod te maken heeft, anders denk je mis-
schien wel aan een voetballoting.’
Maar niet alleen het land, maar ook voor specifieke mensen was het heel bepa-
lend en ging het niet altijd om de efod. Denk bijvoorbeeld aan Jona in Jona 1:7
en bij Haman in de geschiedenis van koningin Esther. En later ook bij de 11
apostelen van de besnijdenis, als er geloot wordt wie de opengevallen plaats
zou gaan innemen. Daardoor komt Matthias in beeld, wellicht niet de keuze
die anderen zouden hebben gedaan, maar door het lot besliste Jahweh!
‘In de tweede regel staat het zo duidelijk he:’elke beslissing daarvan is van Jahweh.’
Daar wordt het Hebreeuwse ‘misjpat’ gebruikt, dat te maken heeft met gericht, een
zekere beslissing. Daardoor werd richting gegeven aan een situatie. Als we denken
aan de genoemde voorbeelden uit de Schrift zien we het grote belang van het erken-
nen, dat alles in Gods hand is. Hij leidt ook het lot! Hij leidt ons leven, en er kan niets
fout gaan, want bij Hem valt alles op de juiste plaats, Hij beschikt, terwijl de mens
allerlei gedachten kan hebben. Gelukkig is de uitkomst helemaal in Zijn hand.