‘We kijken al wel weer diepgaand naar de werking van het kruis.’
De gevolgen van het kruis worden aangevallen. Soms heel openlijk, door
een grove ontkenning dat Hij, Jezus Christus, daar stierf en vervolgens
opstond uit de doden. Maar het gaat soms heel wat subtieler, zo’n aanval
op het kruis. Dan wordt gezegd, dat ons geloof bepalend is voor onze
plaats voor God. Niet alleen wat wij doen, maar wat wij geloven wordt ook
gezien als bepalend voor onze redding.
‘Tsjonge, ja dat dat ook een aanval op het kruis is, had ik nog niet zo direct
bekeken.’
Ons geloof en wat wij doen is zeker van belang als het gaat om ons dienst-
betoon. Maar het kan niets toevoegen aan het werk van Christus en Zijn
volkomen en volmaakt geloof waardoor wij gerechtvaardigd zijn. Niemand
wordt lid van het lichaam van Christus omdat hij orthodox is. Of omdat hij
‘de waarheid bezit’ en daarvoor staat.
We hebben ook geen toegang tot het hart van de Vader omdat wij goede
en barmhartige werken deden.
‘Er blijft niets van ons over. Niets.’
Wij zijn door God geroepen. En dat is helemaal naar Zijn voornemen, we
lezen daarover in de kostbare woorden van het geloof in Romeinen 8.
en wij weten, dat voor hen die God liefhebben, God alles doet samenwer-
ken tot het goede, voor hen die in overeenstemming met het voornemen
geroepen zijn, dat die Hij tevoren kent, Hij ook tevoren bestemt gelijkvor-
mig te zijn aan het beeld van Zijn Zoon
Deze bijzonder fijne waarheden over onze roeping zijn gebaseerd op Gods
geschenk:
Zeker, Hij die Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons allen
overgeeft, hoe zal Hij ons ook niet met Hem alles in genade schenken?