‘Ons past inderdaad diepe ootmoedigheid, het is alles genade.’
De apostel is een voorbeeld van ootmoedigheid, daarin leek hij op zijn Heer,
Christus Jezus. Onderschikking is het grote einddoel van God. Lees maar in
1 Corinthiërs 15:27,28. Daar gebruikt hij maar liefst zes keer het woord onder-
schikken. Duidelijker kan het niet. Daarom is het voor een schepsel nu al de
juiste plaats om in onderschikking te staan en te leven. God is het hoofd van
Christus. Christus is het hoofd van de man en de man is op zijn beurt het hoofd
van de vrouw.
‘Moeilijk te verteren in deze tijd.’
Dat is altijd al moeilijk te verteren geweest. Alleen ligt het nu wat scherper
door de feministische beweging en de emancipatie. Ook onder gelovigen wil
men nog wel accepteren dat God het hoofd van Christus is en dat Christus dus
onderschikkend aan God is. Ook nog wel, dat Christus het hoofd van de man
is en dat dus de man onderschikkend aan Christus is. Maar als het gaat om de
man en de vrouw, dan wordt het een stuk lastiger.
‘Wonderlijke uitleg?’
Ja, men kronkelt dan in de uitleg om er aanvaardbaar uit te komen. Teksten
worden aangepast en ineens heel erg vanuit de culturele achtergrond opgevat
en begrepen. Men is in verlegenheid en draait er daarom omheen. Maar wat in
1 Corinthiërs 11 staat, is erg duidelijk. Heb je echt niets te maken met ‘die tijd’
en ‘cultuur’ en dat soort zaken. Het is de Schriftuurlijke lijn. En men heeft er ge-
garandeerd moeite mee, omdat het wijst op de voleinding: onderschikking.