‘We hebben een grote toekomst, terwijl we vandaag wellicht lijden.’

Dat is de geweldige tegenstelling tussen nu en straks: nu lijden, straks
heerlijkheid. Dat verandert niet. De heerlijkheid zal, ontegenzeggelijk, gaan
komen. We hebben de beloften zwart op wit in Zijn woord, dat zeer vast is.
Met name de apostel Paulus mocht een helder licht laten schijnen in zijn
bijzondere brieven, die ook verder licht werpen op de rest van de Schrift.

‘We zouden de Hebreeuwse Schrift lezen in het licht van de latere onthul-
lingen?’

Ja, en niet andersom. De heerlijkheid die de schepping wacht blijkt steeds
groter naarmate er verdere onthullingen volgen. Wat in de Hebreeuwse
Schrift nog als een fakkel in de nacht schijnt, is in het licht van de felle mid-
dagzon slechts een klein licht geworden. De Thora schijnt als een fakkel in
de nacht. De overstromende genade en liefde van God die in vooral de brie-
ven van Paulus onthuld worden, vormen de felle middagzon waarin het
licht van de fakkel heel klein is geworden.

‘Ja heel logisch in dat perspectief gezien. We zijn bevoorrecht als we dat
mogen en kunnen verstaan.’

We leven niet onder de Thora, maar onder Gods genade. Dat is de bood-
schap die Paulus uitdraagt. Hij noemt het oude verbond een bediening
van de dood. Dat is zo, omdat de Thora bijvoorbeeld zei, dat degene die
de sabbat schendt gedood moest worden, zoals de man die hout sprok-
kelde op de sabbat. Dat was nu eenmaal verboden en daarom moest hij
sterven. Een type van degene die gaat werken in plaats van de rust (sab-
bat) van het geloof te genieten; daar ga je dood aan. Dát is de diepere
betekenis van dit voorschrift uit de Thora!