‘Wat een genade en wat een kracht gaf God aan Paulus.’

De geweldige rijkdom van Christus was zijn drijfveer en motief:

‘Mij, de allergeringste van alle heiligen, werd deze genade gegeven
aan de natiën de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus als evange-
lie te verkondigen

Er was heel wat rijkdom van Christus te bespeuren in Tenach, zowel
in duidelijke uitspraken als in bekende beelden. Maar wat Paulus
mocht verkondigen was de rijkdom van Christus die niet in de eerdere
Schrift na te speuren was! En dat wijst vanzelfsprekend op Zijn he-
melse heerlijkheid! De aardse heerlijkheden werden bekend in de
profeten van Israël. Hij zal Koning van de koningen zijn op aarde in
de duizend jaren en daarna, het koninkrijk van de hemelen.

‘Wat zijn dan zoal die hemelse heerlijkheden van Hem?’

Kolossenzen 1 noemt, dat God in Hem en door Hem en tot alles ge-
schapen heeft. Dat is een ongelooflijke heerlijkheid. Dan zegt de
apostel, dat Hij de eerstgeborene uit de doden is.
Hij werd door de Vader opgewekt uit de doden en daarom is Hij
ook de Eersteling van een nieuwe schepping. Hij is echter óók bo-
ven alle hemelse machten en krachten geplaatst. En het al zal ook
door Hem verzoend worden, zodat het van twee kanten vrede is.

‘En Hij is het Hoofd van het lichaam van Christus.’

Kolossenzen zegt, dat Hij vóór alles is. Dat betekent dat Hij in alles
het eerste wordt en moet zijn. Hij is het Hoofd van alle soevereini-
teiten en gevolmachtigden. Hij staat helemaal aan de top. En als
zodanig is Hij boven alles gegeven als Hoofd aan de uitgeroepen
gemeente die Zijn lichaam is. Dat stelt de apostel in Efeziërs 1.
Een ongelooflijk hoge plaats heeft Hij van de Vader van de heer-
lijkheid ontvangen. Dát is iets van die onnaspeurlijke rijkdom
van de Christus!