‘Wel mooi, die vergelijking van de breedte van de toegang van de taberna-
kel met de tijd van Handelingen.’

Ja, toentertijd smalle toegang. Nu niet meer. Sinds het sluiten van de deur
door Paulus in Handelingen 28 is het evangelie van de voorhuid in zijn
breed
ste breedte aan de orde. Breder kan niet. Het evangelie van Paulus is
écht
goed nieuws. Genade. Echt genade. Geen gedoe, geen voorwaarden.
God schenkt het alles. Punt uit. Geen inspanningen van
de mens. Dat hin-
dert alleen maar. Mensenhanden bevuilen 
de zuivere genade van God, als
ze iets willen toevoegen.

‘Ja erg fijn om dat zo weer te horen, je hebt het nodig.’

Genade betekent, dat je gratis en dus helemaal voor niks alles van God ont-
vangt. Door geloof. En dat is het geloof van Christus. Niets van: je moet kie-
zen. Er is allang voor jou gekozen. God bestemde tevoren.

De genade van God is verschenen: redding voor alle mensen. Niet dat men-
sen de reddingsboei moeten aanpakken. Nee. Zij zijn al gered, maar weten
dat nog niet
. Zodra zij het weten/geloven, waar God hen toe brengt, dan

zullen zij niet anders kunnen dan Hem danken.

‘Ja, heerlijk, deze woorden bouwen mij op.’

Het evangelie gaat alle mensen aan. Zó breed is het. Daarom werd de midden-
muur van de stenen omheining weggebroken in Hem. Wat die muur typeerde,
was hindernis. De heidenen mochten niet verder dan die muur. Zij werden ge-
hinderd om Vader te naderen. Nu, in Christus Jezus, zijn zij dichtbij gebracht.
Dichterbij kan niet. Als zij door God geroepen zijn (nadat Hij hen tevoren kende
en tevoren bestemde), dan zijn zij in het bloed van Christus nabij gebracht. Dat
kon het bloed van stieren en bokken niet. De overstromende genade van God
maakt dit mogelijk, en breder kan die niet zijn!