‘Ik vind het prachtig, weer even bewust hoe breed het evangelie van genade
eigenlijk is.’

Ja, en het evangelie van Gods genade, Paulus’ mijn evangelie, is inclusief, het
omvat heel de schepping. Israël zal het besnijdenisevangelie, dat van het aardse
koninkrijk van de Messias Jezus aan de volkeren brengen. Zij zullen over heel
de aarde evangeliseren. Maar wij, als wij ons lotdeel werkelijk zullen binnen-
gaan, wij zullen het universum als werkgebied hebben. Al de hemelse mach-
ten en krachten vallen binnen ons evangelisatiebereik.

‘Ongelooflijk, dat wij daar zullen zijn en dat zullen doen. Je kan het niet bedenken, zoiets.’

Zo groot als het universum is, zo groot is de liefde van Christus. Het is de on-
uitputtelijke liefde, doe al het andere zal doen smelten. Haat zal het moeten
afleggen tegen Zijn liefde. Zonde is al weggedaan toen Hij tot zonde werd ge-
maakt. Niet alleen gold dat voor heel de mensheid, maar ook voor alle hemel-
se machten die gezondigd hebben –dus niet in gelijkheid van de overtreding
van Adam, maar eerder dan hij. Vijandschap wordt omgezet in vrede, door-
dat ene wat op Golgotha gebeurde: God maakte vrede in het bloed van Zijn
kruis. En op grond daarvan wordt alle vijandigheid omgezet in verzoening! 

‘We hebben een groot voorrecht. Wij mogen deze dingen nu al overwegen.’

En er dankbaar en blij mee zijn. Niets is nu nog veroordeling voor hen die in

Christus Jezus zijn. Niet op grond van wat geweest is. Evenmin op grond van
wat nog komt. Er valt niets meer als beschuldiging in te brengen tegen de ge-
lovigen die Hij roept. Alle menselijke superlatieven komen te kort als we het
hebben over de heerlijkheid van Gods genade en liefde. Niets komt van de
mens, het is en blijft te allen tijde voor 100%: Gods genade.