‘Wel heel bijzonder, dat wij zo’n verdediging kunnen voeren.’

Je ziet het in het leven van Paulus ook zichtbaar worden. Hij heeft veel
vlammende pijlen op zich af gekregen. Voortdurend werd hij o.a. door
de Joden beschuldigd. Bijvoorbeeld dat hij afval van Mozes zou leren.
Dat hadden ze ook van de Heer zelf kunnen zeggen. Die nam geen blad
voor de mond en zei tegen de orthodoxen van Zijn dagen, dat zij de te-
genwerker tot vader hadden in plaats van Abraham.

‘Hij was erg duidelijk. Zij meenden op basis van vleselijke afkomst zonen
van Abraham te zijn.’

Intussen hadden zij en hun vaderen het woord van God krachteloos ge-
maakt door hun inzettingen. De uitleg van de Schrift is vaak lastig om-
dat de tegenstander twijfel zaait over wat God precies zegt. Dat begon
al bij de eerste mensen, Eva en Adam. De slang zaaide twijfel in het 
hart van de vrouw en misleidde haar (2 Corinthiërs 11:3; 1 Timotheüs
2:11-14). Hoe? Door het woord subtiel te verdraaien!

‘Daarvoor hebben wij ook de wapenrusting van God?’

De waarheid werd verdraaid. Wij zouden dan ook omgord zijn met de
waarheid. Dat is Gods woord. De Heer zei het tegen Zijn discipelen,
dat zij in Zijn woord zouden blijven. Dan zouden zij de waarheid kennen
die hen vrij zou maken (Johannes 8:32-34). Dat geldt voor ons ook. Wij
horen het woord, dat ons vrij maakt en vervolgens staan wij in  de ge-
nade en in de vrijheid, die God geeft. De kennis van de waarheid is een
vast onderdeel in onze uitrusting waarmee wij de geestelijke vijanden
kunnen weerstaan!