‘Als je die rijke genade van God in je hart hebt, ga je willen wat Hij wil?’
Het gaat er bij God niet om, dat wij eerst aan allemaal voorwaarden moeten vol-
doen. In veel religieuze groepen worden mensen vastgehouden door het bezig
moeten zijn met het vervullen van allerlei plichten. Men moet allemaal regels in
acht nemen die die de geestelijke leider aangeeft. Als men dat doet, is het goed
en hoort men erbij. Zo is het bij God niet.
‘Je kunt dus bij God niet zeggen: je moet gaan willen wat Hij wil?’
Het punt zit m bij het woordje ‘moet’. Daar werken de meeste religieuze en gods-
dienstige groepen mee. Dat was ook bij de Galaten aan de hand. Het gaat niet om
ons doen en daden, maar om wat God zegt en doet. Hij werkt door Zijn geest in
ons hart. Zijn woord keert nooit leeg terug. En als het gaat om onze wil, dan maakt
Gods woord duidelijk, dat die niet vrij is. Als we Filippenzen 2 erop naslaan, juist
die brief gaat om ons praktische geloofsleven, dan lezen we iets dat nauwelijks er-
gens gepredikt wordt.
‘We hebben geen vrije wil?’
Sommigen willen dat nog wel erkennen, ja. Enkelingen prediken dat misschien wel.
Maar als het vervolgens aankomt op het praktische geloofsleven van de christen of
de gelovige, dan wordt er erg aangedrongen dat je dit of dat toch wel moet. Anders
hoor je er eigenlijk niet bij. Dat laatste (er niet bij horen) wordt dan nooit hardop
gezegd, maar het blijkt uit de houding die men dan aanneemt. Als je niet voldoet
aan de (ongeschreven) regels, dan word je buitengesloten. Je kunt dan zelfs wel de
samenkomsten bezoeken, maar je voelt dat je er niet bij hoort.
‘Terwijl je bij God niet aan voorwaarden hoeft te voldoen.’
Gelukkig niet, God is per definitie liefde en dus Redder. Hij is je Redder, dat wordt
Hij dus niet als jij aan voorwaarden voldoet. Nee, alles is al gedaan en daarom -je
hoort ervan uit Zijn woord en je wordt er blij van- weet je dat je er bij hoort.
Als je geloof hebt ontvangen –en ieder ontvangt van God een mate van geloof- dan
is het niet zo, dat je vervolgens moet willen wat Hij wil. Paulus geeft aan voor de
praktijk van ons geloofsleven:
…daarom mijn geliefden….werkt je redding met vrees en beven uit, want God is
het, die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn welbehagen bewerkt…
Filippenzen 2:12,13