‘Ja, wel bijzonder dat Paulus dat in Filippenzen 2 zegt dat God het willen en werken
in ons bewerkt.’

De meeste christenen en gelovigen hebben dit niet onder de aandacht. Ze zijn erg
gericht op het doen. Als ze maar iets doen, dan geeft ze dat een goed gevoel, zonder
dat zij zich afvragen wat God bedoelt. Als het gaat om Zijn werk in deze tijd, dan is
dat de roeping en opbouw van het lichaam van Christus. De verbetering van de we-
reld en het bouwen aan het rijk van God op aarde is niet Gods programma voor deze
tijd.

‘Daar zijn nogal wat christenen mee bezig, dat bouwen aan Gods koninkrijk hier en
nu op aarde.’

Dat gaat pas echt plaatsvinden nadat het lichaam van Christus weggerukt is van de
aarde. Dan volgt de 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 met grote verdrukking voor de
zonen van Jakob en de gerichten over de wereld. En daarna volgt pas echt de bouw
van het rijk van God op aarde, onder leiding van Israël, en niet onder leiding van de
gemeente.

‘Deze dingen weten wij inmiddels, en dat bewaart voor een onjuiste richting.’

Anders zouden we allerlei activiteiten ontwikkelen die er niet toe doen. Tevergeefse
inspanning. Dat is waar de tegenwerker ons mee bezig wil doen zijn. Werk dat geen
stand kan houden. Maar als wij gaan willen wat Hij wil, is het Zijn werk in ons. Hij
vormt in ons de wil om betrokken te raken in Zijn werk. Hoe? Doordat we Zijn woor-
den horen en in ons hart opslaan. Dat woord gaat Zijn werk doen in ons hart.

‘Dan is het dus geen vrije wil, maar Hij werkt.’

De wil van de mens is dus niet iets, dat zomaar ontstaat of er zomaar is. Vergelijk
dat eens met ons ademhalen, spijsvertering et cetera. Dat gebeurt in feite automa-
tisch als gevolg van wat toegevoegd is. Zo wordt onze wil, de wil van de mens ge-
vormd door een aantal factoren. Zoals wij eten en de spijsvertering gaat aan het
werk, zo wordt de wil ‘gevoed’. Bij de gelovige is een extra factor: Gods woord!