‘Wat beoogde God dan met de wetgeving?’

Laten zien, aantonen, dat de wetten en geboden, op het vlees gelegd werden (zie bij-
voorbeeld Hebreeën 7:16  de wet van het vleselijk gebod), krachteloos waren. Waar-
door? Door het vlees. God liet daarmee zien, dat de wetten/geboden van Zijn Thora
het erger maakte. De zonde bleek bovenmate zondaar te zijn, door het gebod. De
geboden/wetten maakten de zonde tot een overtreding. En zelfs tot een krenking
van het hart van Degene die ze gaf.

‘Duidelijk werd, hoe erg het gesteld was met een mens.’

En dat diezelfde mens alleen door de kracht van de geest van God kan leven tot Zijn
eer. Dus wanneer een mens iets laat zien van ontferming, barmhartigheid, geduld,
trouw, etcetera, dan is dat uitsluitend te danken aan Gods geest en niet aan iets van
de mens zelf. Dat is een van de grote principes die de mens als gelovige zal leren in
de loop van de tijd. Sommige gelovigen zullen dit pas doorkrijgen als ze bij Hem zijn
na de bazuin van God.

‘Veel gelovigen wandelen als vijand van het kruis van Christus.’

Dat was in de dagen van Paulus al zo. Daarom valt te verwachten, wat te zien is in
de wereld vandaag, dat heel wat christenen zich precies hetzelfde gedragen als de
wereld. Het verschil is niet meer merkbaar en evangelie werd en wordt nauwelijks
verkondigd. Of men weet niet wat het evangelie inhoudt, of er wordt iets verkondigd
dat geen evangelie is. Laten wij dan Hem, Christus Jezus, dankbaar zijn voor Zijn ge-
nade, dat Hij ons Gods woord doet verstaan en wij daardoor écht leven.