‘Vandaag Pasen.’

Veel mensen hebben geen idee waar het over gaat met Pasen, zoals
dat door de christelijke kerk op het concilie van Nicea in 325 is losge-
koppeld van het Joodse Pesach. Wij gedenken nu dan de opstanding
van Christus, wat voor het christendom als geheel eigenlijk ook zijn
echte inhoud verloren heeft. In de Nederlandse kerken, waarin de
vrijzinningheid hand over hand toeneemt, neemt het ongeloof in het
his
torische feit, dat Jezus op de derde dag werd opgewekt, toe.

‘Iemand die vrijzinnig is, gelooft niet in de opstanding?’

Nee. Zij weten het niet. Zeggen ze. Zodra het om het werkelijke op-
staan van de Heer Jezus Christus gaat, glippen ze weg in allerlei mooie
theologische formuleringen om hun verlegenheid ermee te verbloemen.
Paulus wijdt aan de Korintiërs een heel hoofdstuk aan de opstanding.
Ook bij die Korintiërs ontbrak het kennelijk aan geloof daarin. Er waren
er zelfs die beweerden dat er helemaal geen opstanding van doden is.
Dat waren de eerste vrijzinnigen.

‘Het was voor Paulus juist zijn kracht.’

Het geloof in de Opgestane geeft bijzondere kracht. Hij strekte zich er
naar uit, de kracht van Zijn opstanding te ervaren, elke dag. Daar ge-
tuigt hij in zijn brieven van. De Heer is waarlijk opgestaan!
Hij zou de discipelen voorgaan naar Galilea, waar Hij meer dan 500 (…)
broeders tegelijk ontmoette. Zij hebben Hem levend gezien, met zo
veel tegelijk. Wat wil je meer aan bewijs? Men zou de Schriften geloven,
die zo duidelijk getuigen van Zijn opstanding! Dat is veel meer waard
dan 
alle zogenaamde ‘wetenschappelijke’  bewijsvoering.
Hij is de levende
Heer aan de rechterhand van Vader. Verhoogd.
Verheerlijkt.
Met de Naam boven elke andere Naam, daarom:

Gezegend Pasen!