‘In elk geval is het wonderlijk, die plaats van de gemeente.’

Het is ook bijna niet te bevatten, dat wij zo’n boodschap aan die
hemelingen zullen kunnen brengen. Ons domein is in de hemelen
zegt Filippenzen 3:20 ons. We zijn gewone mensen, en kennen een
ongewone God. De Vader van onze Heer Jezus Christus. Wat een
groot God is dat, die liefde is en door het kwaad, de zonde en duis-
ternis heen Zijn doel bereikt.

‘En in dat hele plan vervult de gemeente een centrale rol.’

Ja, hoe is het mogelijk. Dat wij daarvoor uitgekozen zijn van voor
de neerwerping van de wereld. God zag ons toen al in Christus.
In de Geliefde waren wij uiterst begenadigd. En nog steeds. Geen
filosofie die daar tegenop kan. Hij, Christus, is onze filosofie. Hij
is het, die ons Hoofd is. En Hij heeft ons lief.

‘Tsja, indrukwekkend, die liefde van Christus.’

Die gaat alle kennis te boven. De liefde van Christus dringt ons, ook
straks wanneer we lijfelijk daar zullen zijn. Juist daar zullen we tonen
wat de liefde en genade van Christus betekenen. Alles. Ook voor de
hemelse machten zal dat het zijn, wat hen tot onderschikking aan
en aanbidding van de ene ware God brengt. Want het kwam alles
bij de Vader van de heerlijkheid vandaan. Alles is uiteindelijk uit,
door en tot Hem. Hem zij de heerlijkheid!