‘Het kan niet anders, met de tegenwerker kwam ook vijandschap.’

We weten uit Kolossenzen 1, dat door Hem (de Zoon van Zijn lief-
de) de schepping tot stand kwam. Daarom was de schepping aan
deze Zoon van God onderschikkend. De tegenwerker echter, werd
gemaakt als een wezen dat het tegenovergestelde daarvan was en
is. Doordat hij in de schepping verscheen veranderde vanaf dat o-
genblik het karakter van de eonen.

‘Maar ook dat was in het voornemen van de eonen opgenomen.’

Jawel, het veranderde wel het nodige in die tot dan toe perfecte
schepping. Er was vijandschap aanwezig. Dat was daarvoor niet.
Wat we wel vaststellen, is dat vijandschap in de schepping bestond
voordat de mens geschapen werd. Er was al de nodige beroering
in die wereld van de geesten. En dat zorgde ook voor duisternis.

‘Petrus zegt ook iets over die eerste eon, toch?’

We lezen erover in 2 Petrus 3. Daar schrijft deze apostel tegen de
gedachte, dat alles hetzelfde bleef van het begin van de schepping.
Tegen degenen die dat beweren, schrijft hij:

want willens is hun dit onbekend, dat door het woord van God de
hemelen die reeds lang geweest zijn, evenals de aarde, die uit water
en in water vaststaat.
daardoor is de wereld die toen was, vergaan, overspoeld door water

In de eerste eon was geen zee. Pas door het gericht als gevolg van
de ontstane vijandschap stonden de hemelen en de aarde onder
water. Misschien merkwaardig om het zo te zeggen. Maar de Schrift
geeft dat aan.

‘En zo komt de situatie van Genesis 1:2 naar voren?’

Resultaat van die gebeurtenissen uit de eerste eon. De aarde en de
hemelen werden niet als een chaos geschapen. De aarde werd woest
en leeg en duisternis was ook gekomen. Daarom sprak Alueim in 1:3

het worde licht en er werd licht

En ging het licht van het evangelie van de heerlijkheid van Christus
die het beeld van de onzichtbare God is in onze harten schijnen!