‘Hoe vaker we hierover spreken, hoe duidelijker het wordt.’

De Plaatser, God, de Onderschikker, heeft alles in Zijn hand. Hij is
het, die alles op Zijn plaats zet. Niemand kan tegenhouden wat Hij
in Zijn plan heeft bepaald. Zoals een Judas moest doen waarvoor
hij ingezet werd, zo moest de eerste mens zondigen. Dat was de be-
doeling. Dat maakt Vader niet tot zondaar! Welnee, dat is zonder
meer eigen (vleselijk) denken.

‘Je kunt er niet op die manier tegenaan kijken.’

De mens is in zijn eigen wijsheid geneigd dan God tot zondaar te be-
stempelen, omdat Hij de mens zo maakte, dat die zou zondigen.
Dat is kortzichtig en gebrek aan zicht op andere Schriftplaatsen, die
duidelijk leren, dat bijvoorbeeld het Lam tevoren gekend was, vóór
de nederwerping van de wereld. God had Zijn Zoon als Lam (dat dus
geslacht moest worden) op het oog voordat de zonde in Zijn schep-
ping kwam. God is wel volledig verantwoordelijk voor de hele gang
van zaken.

‘De mens kan niet zeggen: waarom hebt U mij zo gemaakt?’

Nee, want alles wat God doet is volkomen juist. Hij maakt geen en-
kele fout. Daar is Hij God voor. Wij zouden er goed aan doen, Hem
dan ook als God (Plaatser, Onderschikker) te eren in ons leven en
dat begint in ons hart en denken. Hij is eveneens de grote Potten-
bakker, die uit hetzelfde kneedsel het ene vat (instrument) tot eer
en het andere tot oneer maakt. Die laatstgenoemde draagt Hij
met veel geduld (Romeinen 9:22). Het zijn de vaten van de veront-
waardiging, tot verderf zelfs toebereid.

‘Dat is wat we geloven.’

Aanvaarden dat Vader het zo doet, is soms moeilijk als het dichtbij
komt. Maar Hij maakt alles, zelfs de goddeloze voor de dag van het
gericht. Zo was Judas Iskariot ingezet om dat te doen wat hij moest
doen: Hem overleveren in de handen van zondaren, opdat Hij, Jezus,
gekruisigd zou worden en zo de zonde van de wereld op zich nemen.
Want Johannes zei het: Zie het Lam van God, dat de zonde van de
wereld wegneemt (optilt)