‘Je raakt onder de indruk hoe God alles in handen heeft.’

We zijn steeds geneigd, de mens groter te vinden dan hij is.
Daar
door wordt Vader minder groot voor je. Wanneer we
de Schrift
 nalezen, zien we de grootheid van de Plaatser.
Afgoden zijn niets
 in vergelijking met de grote God, IEUE,
van Israël. Hij doet wat
Hij zegt. Hij is volkomen vrij in Zijn
handelen. Niemand was Hem
ooit tot raad,
Hij zal al Zijn welbehagen doen.

‘Prachtig. Staat in Jesaja, toch?’

In Jesaja 46:9-11 staat dit:

Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af
dat Ik God ben en niemand anders
God, en er is geen als Ik
Die vanaf het begin verkondig wat het einde zal zijn
van oudsher wat nog niet plaatsgevonden heeft
Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand
En Ik zal al Mijn welbehagen doen
Die een roofvogel roept uit het oosten
een man van Mijn raad uit een ver land
Ja, Ik heb gesproken, Ik zal het ook doen komen
Ik heb geformeerd, Ik zal het ook doen

‘De oude woorden nog zo levend vandaag.’

Indrukwekkend. Die grote God en Vader is naar de aarde
in Zijn
 geliefde Zoon gekomen. Hij zal doen wat Hem be-
haagt, en het
 behaagt Hem allen op termijn te redden.
God is de Redder van
 alle mensen. Dat is onafhankelijk of
wij dat zien of niet.
Dat is ook zo, wanneer 99% van de men-
sen het niet eens zou
den zijn met die uitspraak. Dan nog is
Hij Redder. Het grote
 werk daartoe is al gedaan op het
kruis, 2000 jaar geleden, het
 lege graf getuigt van:
de opstandingskracht van Vader.