‘De Filippenzen kenden hun domein in de hemelen.’

In 3:20,21 wordt eraan herinnerd. Dat geldt ook ons: ons domein is in
de hemelen, waaruit wij onze Heer Jezus Christus als Redder verwachten.

Enige tijd geleden hebben we het gehad over de eerste eon, dat daarin
de hemelingen al bestonden en er onrust ontstond door toedoen van de
tegenwerker. We hebben toen ook gezien, dat er een dienst aan God van
de hemelsen bestond, kennelijk.

‘We hebben heel even daarover gesproken.’

Misschien goed, in verband met ons steeds dichterbij komende hemelse
bediening, daar wat uitgebreider bij stil te staan. In de Hebreeënbrief
wordt dat genoemd in 8:5. Het goddelijk dienstbetoon van de hemelsen.
We lezen in de Schrift, dat er een dienst aan IEUE werd ingesteld. Mozes
werd gezegd de tabernakel te ontwerpen en in te richten.

‘Gods ontmoetingsplaats in de tent.’

Mozes was bij IEUE op de berg en daar werden hem de hemelse dingen
getoond. Wat Mozes precies zag weten wij niet. In elk geval was er wel
een dienst aan God bij en door de hemelsen. Er werd een tent en allerlei
instrumenten gemaakt, waarvoor Bezaleël en Aholiab een speciale toede-
ling van Gods geest kregen. Zodat zij inzicht hadden in hoe een en ander
moest worden.
Voor ons zijn dergelijke rituelen niet nodig, wij hebben als gelovigen van
nu rechtstreeks toegang tot de Vader!