‘Er gaat wat open met de Alef.’

Onvermoede rijkdom is het, het een
houdt verband met het ander. De bete-
kenis van deze letter blijkt steeds. De
titel AL. Alue, Alueim zegt ook iets over
het werken van God, want God is altijd
actief, dynamisch, nooit statisch.

‘In Filippenzen hoorde ik dat.’

In studie 3 is daar wat van gezegd, en
blijkt ook, en dat is studie 4, dat God
de Onderschikker is. En daar leidt al
het werk van God toe: onderschikking.
Van allen, uiteindelijk. Hij zal doen wat
nodig is, door Zijn Zoon.

‘Dat ene einddoel.’

Dan zal het weer zijn, in de nieuwe
schepping, wat de letter Alef zegt.
Eenheid. Geen verdeeldheid meer.
En waar God nu door Zijn woord van
de waarheid werkt, komt de eenheid
van Zijn geest tot uitdrukking.