2 december 2016
‘Opmerkelijk, dat gezalfde zijn.’

Ook wij, als leden van het lichaam van
Christus (Gezalfde), zijn zelf gezalfd,
volgens 2 Corinthiërs 1:21,22:

en Hij, die ons gezamenlijk met jullie
bevestigt nbin Christus en ons _zalft,
is God, die ons ook _verzegelt en de
waarborg van de geest in onze harten
geeft

En het is bijzonder, dat we dagelijks
dat besef mogen koesteren, opgeno-
men te zijn in het hart van God.

‘Het gaat om de geest van God.’

In deze tijd van genade hebben de
gelovigen geen aardse zegen. Ons is
gegeven: geestelijke zegeningen te
midden van de hemelsen in Christus
.

In de aanloop naar Efeziërs zien we,
dat de apostel steeds meer nadruk
op de geest van God en de geestelijke
dingen
legt. Vooral in 2 Corinthiërs

blijkt dat.

‘Het gaat van vlees naar geest.’

Zoals bij Israël veel gegeven was in het
vlees
, ging het in werkelijkheid om de

geestelijke betekenis. Dat blijkt, want
Mozes moest alles maken in overeen-
stemming met het voorbeeld dat hem
op de berg getoond was
. Wat had Mo-

zes dan gezien? Hemelse dingen, de
goddelijke dienst van de hemelsen in
geestelijke bereik
(Hebreeën 8:5).