‘Bijzonder, dat we lezen hoe Paulus zijn oude zaken kwijt
raakte en het nieuwe dat ervoor in de plaats kwam.’

Met name in Filippenzen spreekt hij daarvan, in het licht van 
de diverse voorbeelden (Christus Jezus, Timotheüs, Epafro-
ditus). Hij is zelf ook voorbeeld om na te volgen. Dat lezen wij
duidelijk in Filippenzen 3. Daar laat hij de gevolgen zien van de
geestelijke omwenteling en vernieuwing die hij had meege-
maakt. Hij achtte in de praktijk al wat hij voorheen was en bereikt
had, verbeurd. Daarmee zegt hij: ik heb dat definitief achter mij
gelaten.

‘Wat een belangrijke brief is ook dat Filippenzen!’

Zeker, en we lezen daarin hoe hij onder andere zijn eigen be-
snijdenis op de achtste dag noemt als iets dat voor hem niet

langer meer van belang was. Hij wilde zich er niet meer op be-
roemen. Het ging, zoals hij in Kolossenzen 2 schrijft, om de be-
snijdenis van Christus (niet die van Jezus), op Golgotha. Daar
werd de oude mens, het vlees, definitief afgesneden.
Dat is de geestelijke achtergrond voor de praktische gevolgen
in het leven van Paulus. Geen reiligieuze verplichtingen meer,
hij had zijn Jood-zijn, zijn farizeïsme, zijn judaïsme achter zich
gelaten. Dat telde totaal niet meer. Niet langer hoefde hij te pro-
beren de Mozaïsche Thora te houden. Dat zou in het licht van
zijn met en in Christus besneden zijn zeer onlogisch zijn.

‘Wat is dit een diepgaande boodschap zeg!’

Hij was een nieuwe schepping in Christus Jezus geworden, en
de aardse toekomstverwachting had plaats gemaakt voor een
hemelse toekomstverwachting, te midden van de hemelingen.
Niet langer hoefde hij – tijdens en na zijn gevangenschap in
Rome – te werken in  het evangelie van het koninkrijk, omdat
die deur naar het aardse koninkrijk voorlopig in het slot geval-
len was. Ingaande zijn gevangenschap in Rome hoefde hij alleen
nog zijn eigen evangelie van genade te verkondigen, waarin
God en Christus centraal staan. Met een enorme verwachting
van de heerlijkheid van God!