18 oktober 2017
‘De gelovige zou groeien.’

Dat is de bedoeling van het verstrekte
(voedsel), dat in Efeziërs 4:16 genoemd
wordt. Velen komen niet toe aan het
vaste voedsel dat daar bedoeld wordt.
Zij blijven hangen bij wat de melk van
het woord van God genoemd wordt.

‘Onmondigen.’

Punt is, dat juist deze gelovigen soms
wel een grote mond hebben. Wat er
dan uitkomt heeft niet echt inhoud;
het werkt verstorend onder gelovigen.
Dat was bij de Korintiërs ook het geval.
Paulus stelde zich terughoudend op;
wilde ootmoedig en verzoenend zijn.

‘Onmondigen.’

Binnen de lokale ekklesia in Korinte
waren er nogal wat. Paulus noemt de-
ze onmondigen ook vleselijk. Worden
beheerst, aangestuurd door het vlees
en door de wereld, of: de geest van de
wereld
(1 Corinthiërs 2:12). Dat kan op-

pervlakkig gezien mooi lijken, maar het
is niet geestelijk.