19 oktober 2017
‘Wat is dan kenmerkend?’
Dat men zich niet door het woord van
God laat bepalen. Men hanteert ande-
re uitgangspunten en principes. Men
staat niet open voor de woorden van
de geest, die bepalend zouden zijn
(1 Corinthiërs 2:13).
In Kolossenzen 2:8 waarschuwt de a-
postel voor filosofieën van mensen.
‘Duidelijke woorden, ja.’
Ziet toe dat er niemand zal zijn die jul-
lie meesleept door filosofie en lege
verleiding, in overeenstemming met
de overlevering van de mensen, in
overeenstemming met de grondre-
gels van de wereld
De zielse gelovige (1 Corinthiërs 2:14)
staat ook niet open voor vast voedsel
van Gods woord.
‘Laat zich wel meeslepen?’
De zielse is mogelijk wel een stap ver-
der gekomen dan de vleselijke. En be-
vindt zich eveneens in de fase van kind-
zijn. Laat zich van tijd tot tijd (of meer)
bepalen door de overlevering en/of de
grondregels van de wereld. Het woord
God reikt door tot de deling van ziel en
geest (Hebreeën 4:12).