30 januari 2018
‘Bovennatuurlijke dingen niet.’
Dat lijkt tegenstrijdig. Alles in deze tijd
tijd van genade is geestelijk. We heb-
ben geestelijke zegen. Geen aardse of
tastbare. Daarvoor is geen enkele ga-
rantie. Het is geen welvaartsevangelie,
geen bovennatuurlijke manifestaties.
Paulus liet een Trofimus ziek achter,
terwijl daarvoor zelfs zijn zweetdoek
genezing bracht.
‘Een kenmerkende verandering.’
We zijn gezegend. Maar hebben geen
garantie op lichamelijke gezondheid,
of genezing bij ziekte, of materiële wel-
vaart. Zij, die anders prediken zitten er
eenvoudigweg naast. Zetten anderen
op het verkeerde been. Dat laatste is
nog het ergst. Fundament voor ons is
de waarheid voor nu door Paulus.
‘Fijn dat we dat mogen weten.’
Ook dat is Gods genade, we zijn niets
beter dan anderen. God geeft geloof,
Hij schenkt genade. Allen, die uitgeko-
zen werden vóór de nederwerping van
de wereld vormen het lichaam van die
ene Heer ons. Hij geeft eenieder in dat
lichaam een mate van geloof. Dáárin
wandelen wij, niet in wat we zien in al-
lerlei tekenen en wonderen. We ver-
trouwen op Gods beloften.