20 mei 2018
‘Men leest Ruth in de synagoge.’

Ja op het weken’feest’, dat is dus na
de omertelling (omer = schoof) van
49 dagen. Dan komt de 50en dat is
het moment dat de twee beweegbro-
den voor het aangezicht van Jahweh
komen. Eerstelingen; een teken dat
de
 rest van de oogst komt. Pinksteren
is voor Israël het vieren van de
wetge-
ving op Sinaï. Exodus 19 wordt
 gele-
zen, herdacht, als opdracht.

‘De koninkrijksgemeente.’

Die startte op de pinksterdag, er wa-
ren 3000 die tot bekering kwamen.
Zij werden gedoopt tot vergeving van
zonden, heilige geest kwam op hen.
Zij keerden zich om tot Jahweh, de
God van Israël. Dat waren de eerste-
lingen van het aardse koninkrijk on-
der Messias Jezus. Later bleek deze
gemeente voor het overgrote deel on-
der de wet te leven.

‘Dat zei Jakobus.’

Zeker, in Handelingen 21 lees je dat
Paulus in Jeruzalem kwam. In een bij-
eenkomst met Jakobus daar wordt
tegen Paulus gezegd (vers 20):

u ziet, broeder, hoeveel tienduizen-
den van de Joden geloofd hebben,
en allen zijn zij ijveraars van de wet

Het klinkt triomfantelijk, en er wordt
venijnig aan toegevoegd (vers 21):

men heeft over u verteld dat u alle
Joden te midden van de natiën leert
afvallig te worden van Mozes, dat zij
hun kinderen niet hoeven te besnij-
den en evenmin te wandelen in de
gebruiken

Men had wel door dat er (grote) ver-
schillen waren tussen hoe de Joden
en de koninkrijksgemeente leefden, 
en wat Paulus aan onderricht door-
gaf. De genade werd door de wetti-
schen onder druk gezet.