‘Je hebt me gisteren wel nieuwsgierig gemaakt hoor.
Wat gebeurde er toen de Heer stierf op Golgotha?’

Paulus schrijft daar het volgende over:

Want de liefde van Christus dringt ons,
daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is.
Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die
leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor
hen gestorven is en opgewekt.
2 Corinthiërs 5:14,15

‘Maar wat betekent dat dan?’

Dit houdt in, dat met die Ene, Christus, de hele mensheid stierf en
begraven werd. Daarmee staat er niemand meer onder de Torah (wet).

‘Wacht even, dat begrijp ik niet, hoe kom je daarbij?’

Bedenk dat de apostel in Romeinen 7:2 het volgende schrijft:

Of weet gij niet, broeders, – ik spreek immers tot wie de wet kennen –
dat de wet heerschappij voert over de mens, zolang hij leeft?

En in vers 5 van datzelfde Romeinen 7 schrijft hij:

Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam
van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die
uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen.

Hij gebruikt als illustratie hier de geschiedenis van Israël en Jahweh.
En nu maakt hij duidelijk, dat Christus de gestorvene is, daarmee zijn
de mensen dood voor de wet. En in feite ziet God het zo, dat allen gestor-
ven zijn en daarmee dood voor de wet.

In Galaten 2:19 zegt hij klip en klaar:

Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven.

Zo staat vast, dat alle mensen dood voor de wet zijn. Er valt dus niets meer
op te leggen. Jezus Christus vervulde de wet (Mattheüs 5:17), Hij stierf en
daarmee was het beheer van de wet voorbij.

‘Zo gezien kan er niemand meer onder de wet gaan leven. Maar de meeste
mensen zijn zich dit toch helemaal niet bewust?’

Nee, zij weten er niets van of begrijpen het helemaal niet. Maar voor de gelovige
heeft het een geweldig diepe betekenis. Een lid van het lichaam van Christus
kán niet onder de wet leven. Doet men dat toch, dan draait men de klok terug.
Maar er is nóg een belangrijk aspect, dat in het verlengde van dit alles ligt.

‘Dat gaan we morgen verder bekijken?’

Precies!