24 juli 2018
‘Paulus spreekt van geloof.’
Daar gaat hij mee door in Romeinen 3
en 4. Het principe van geloof is leidend
is in harmonie met andere principes.
Gisteren zagen we in vers 31, dat de
gelovigen van vandaag de Torah beves-
tigen. Niet, dat ineens wel werken van
de wet verwacht worden. Dat is voor
altijd uitgesloten. De Torah zelf getuigt
van het principe van geloof. Dat was
bij Abram het geval. Genesis 15.
‘Indrukwekkend vind ik dat.’
Wat opvalt in dit hoofdstuk, is de tota-
le afwezigheid van werken. God is het,
Die spreekt, doet verder niets. Ook Ab-
ram staat buiten omhoog te kijken en
gelooft Jahweh op Zijn woord en ook
Abraham doet verder niets.
Dit geloof werd hem tot rechtvaardig-
heid gerekend. Paulus haalt om die re-
den Abraham naar voren:
wat zullen wij dan zeggen, dat onze
voorvader Abraham, naar vlees, ge-
vonden heeft? Romeinen 4:1
Zo heeft de apostel Genesis 15 in ge-
dachten of voor zich in een Torahrol.
Antwoord op de vraag komt even la-
ter, en het te verwachten antwoord is
dan: niets.
‘We lezen verder?’
want indien Abraham gerechtvaar-
digd werd uit werken, dan heeft hij
iets om te roemen, maar niet naar
God toe Romeinen 4:2
Na Romeinen 3 is dit in feite niet no-
dig te zeggen. Een harde noot om te
kraken. Roem, dat zoeken mensen.
Ze willen graag iets hebben gedaan
waarop ze zich kunnen beroemen.
Naar God toe kan dat niet. Wij men-
sen zijn totaal afhankelijk van Hem.
Ook wat betreft geloof.