11 oktober 2018
‘Titus 2 is mooi stukje.’

Dat zou gelezen worden in plaatselijke
gemeentes. Met de oren open voor de
opbouwende info die we daarin lezen.
De rode draad is onderschikking. God
geeft door Paulus aanwijzingen, die in
wezen de ootmoedige houding van ge-
lovigen aanmoedigen. De verzen 11-12
die we gister citeerden, zijn een samen-
vatting en kern van wat eerder in deze
korte brief geschreven staat.

‘De genade van God verscheen.’

Dat is overstromende genade, sinds
het grote werk van Christus gedaan is.
In Titus 2 staat dan: die traint ons. Het
Griekse woord wat daar staat heeft als
grondbetekenis: slaan / slag. En heeft
niets met klappen uitdelen te maken.
De genade heeft in ons leven een aan-
moedigend en opbouwend karakter.
In de zin van: opvoedend. De genade
van God gaat met ons aan de slag.

‘We zijn er dankbaar voor.’

De genade van God maakt een mens
blij (vreugde/genade) + dankbaar (ge-
nade/dank-doen). Woorden waar zo’n
duidelijk verband in zit. We lezen ook
het gevolg van de genade in ons leven:

opdat wij verstandig en rechtvaardig
en toegewijd leven in deze tegenwoor-
dige eon

We zien uit naar de bazuin van God,
terwijl we aan Hem toegewijd leven.