4 november 2018
‘Evangelie is goed nieuws.’
Dat is: Christus werd gekruisigd, Hij
werd begraven en opgewekt op de
derde dag. Hij stierf voor onze zon-
den. En dat is heel persoonlijk voor
alle leden van het lichaam van Chris-
tus. U, jij en ik geloven dat werkelijk
goede en heerlijke nieuws. Je gelooft,
zodat je zegt: Hij stierf voor mij en je
wéét dat Hij al je zonden weg droeg.
‘Ja, en dat geloof ik.’
Hij droeg weg wat wij nooit konden
dragen: onze zonden. Een ware gelo-
vige kent in het hart dat geloven in
het evangelie van God, wat betreft
Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heer.
Dat is niet traditioneel weet hebben
van dat-en-dat over Christus, maar
geloven dat Hij dat voor jou en mij
persoonlijk deed. Je dankt Vader,
en dat uit een hart dat veranderd is.
‘Ja, dat is het.’
Nog een keer: het geloof is een ge-
schenk, een gave van God. We lezen
het in de opmerkelijke woorden van
Efeziërs 2, met in vers 10 dit:
Want Zijn maaksel zijn wij die gescha-
pen worden in Christus Jezus
Daar is niets van onszelf bij. Helemaal
Gods werken, het is Zijn hand, die ons
schept, maakt en vormt.
En als gelovigen leren wij vaak in later
stadium, dat God de Redder van alle
mensen is. Dat wat de leraren uitdruk-
kelijk als mededeling zouden doorge-
en onderrichten (1 Timotheüs 4:11).