3 november 2018
‘Geloof is vertrouwen.’
Dat is in Hebreeuws en Grieks hetzelf-
de begrip, woord. Het evangelie is de
kracht van God tot redding voor ieder
die gelooft. Het spreekt van Christus:
wij verkondigen Christus gekruisigd;
voor Joden wel een valstrik,
voor de natiën echter dwaasheid,
voor hen nu die geroepen zijn, zowel
Joden als Grieken: Christus de kracht
van God en de wijsheid van God
1 Corinthiërs 1:23,24
‘Fijne woorden.’
Ja, we merken op, dat dit een procla-
matie, een afkondiging, een medede-
ling is. Het evangelie is geen aanbod.
Het bevat geen voorwaarde. Je kunt
iemand niet een bevel geven: geloof!
Je kunt misschien iemand vragen om
dit goede nieuws te geloven als je dat
hebt kunnen vertellen.
Maar het geloof dat dan ontstaat of
er ineens blijkt te zijn, is een genade-
geschenk van God.
‘We lezen dat in Filippenzen.’
In de studie Filippenzen is ook 1:29
gelezen en behandeld. Zowel geloof
als lijden voor Christus zijn allebei ge-
nade. In prediking en evangelisatie
worden luisteraars vaak onder druk
gezet. Dat gebeurt soms subtiel. En
soms wel grof met dreiging: ‘als je nu
niet kiest loopt het slecht met je af’.
Dat kiezen is geen deel van het evan-
gelie. Het goede nieuws zelf is de eni-
ge toets van reddend geloof.