16 januari 2020

‘Tevoren gekend en bestemd.’

Daar eindigden we gisteren mee. In
Romeinen 8:28-30 wordt alles aan 
God toegeschreven. Hij kent je tevo-
ren, bestemt je tevoren, roept je, en
rechtvaardigt en verheerlijkt je ook.
Daar is niets van onszelf bij. God be-
werkt alles 
in Zijn plan. De Zoon van 
Zijn liefde is Zijn beeld en Zijn woord.
God drukt Zich uit in de Zoon, Vader
is Zelf de allerhoogste God.

‘Heel erg fijn, deze geborgenheid.’

Je bent altijd in Zijn hand en voor Zijn
rekening. We kunnen zelf niets bijdra-
gen. Wanneer we dienstbetoon doen
en dat goed doen, is door de kracht,
die God geeft. Geloof in Zijn woord; 
in Filippenzen 1:29 lees je, dat geloof 
een genadegeschenk is. En zelfs hoe-
veel je kunt geloven is van God afhan-
kelijk, volgens Romeinen 12:3. Niets
kan je ooit losmaken van God. 

‘Bijzonder, en indrukwekkend.’

Zo groot is God. Hij zal niet stoppen 
voordat alle mensen bij Zijn hart zijn.
Uiteindelijk, na de tweede dood, zal
Hij allen levendmaken. De groep die
het laatst erbij komt, is het grootst.
Zeker, vele eersten zullen laatsten 
zijn, maar dan zijn ze tóch aanwezig!
In Zijn plan is God het, Die alles uit-
werkt, door Zijn geliefde Zoon. Die
zal Zich óók onderschikken aan God.
Vader zal zijn: alles in allen.