20 juni 2020

‘Het Israël van God.’

Je leest deze uitdrukking in Galaten.
Daarmee wil Paulus niet zeggen, dat
gelovigen van nu bij dat volk horen. 
Hij wijst gewoon op Israël zelf. Wij, en 
al de gelovigen van nu horen bij het li-
chaam van Christus, onvoorwaardelijk. 
Het verkeerd lezen en toepassen van
deze term heeft oneindige verwarring
veroorzaakt. Net zo het gedeelte Efe-
ziërs 2:11-22. 

‘Israël en het lichaam van Christus.’

Wat is Israël? En: wat is de gemeente?
Zijn vragen waarop veel mensen geen
antwoord weten. Men denkt op basis 
van deze zin:

jullie zijn medeburgers van de heiligen 
                                        Efeziërs 2:19

dat gelovigen uit de natiën aansluiten 
bij Israël en heiligen wijst dan op Israël.
De gelovigen uit de natiën zijn dicht bij 
de God van Israël en natiën gekomen:

want door Hem hebben wij beiden in 
één geest toegang tot de Vader

                                         Efeziërs 2:18

‘Het gaat om toegang tot Hem.’

Het onderscheid naar het vlees is hele-
maal weggevallen. In Christus gaat het
om geestelijke eenheid – uitwerking van 
het kruis, waardoor het vlees gedood is. 
Medeburgers is een korte vergelijking,
om de eenheid die nu is, duidelijk te ma-
ken. Alle gelovigen, afgezien van de af-
komst naar het vlees, worden samenge-
bouwd tot een woonplaats van God, in
de geest
 (Efeziërs 2:22).